ECLI:NL:GHAMS:2017:263

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
31 januari 2017
Publicatiedatum
2 februari 2017
Zaaknummer
200.184.381/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbetering van kennelijke fout in arrest inzake conservatoire beslagen op aandelen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 31 januari 2017 een arrest uitgesproken waarin een kennelijke fout in een eerder arrest van 20 december 2016 werd verbeterd. De zaak betreft een hoger beroep in kort geding tussen een naamloze vennootschap, aangeduid als [appellante], en een rechtspersoon naar buitenlands recht, aangeduid als [geïntimeerde]. De appellante had in het eerdere arrest een vordering ingediend die onder andere betrekking had op conservatoire beslagen die door de geïntimeerde waren gelegd op de aandelen van appellante in Vimetco. Het hof had in zijn eerdere uitspraak verzuimd om deze specifieke beslagen te vermelden, wat leidde tot een verzoek tot herstel van de uitspraak door de advocaat van appellante, mr. J.W. de Groot.

Het hof heeft vastgesteld dat de conservatoire beslagen die door de geïntimeerde op 18 mei 2015 waren gelegd, zijn vervallen. Dit was een belangrijk punt in het geschil, en het hof had in zijn eerdere uitspraak niet duidelijk gemaakt dat de beslissing ook betrekking had op het beslag op de aandelen in Vimetco. De advocaat van de geïntimeerde, mr. M. Deckers, heeft zich gerefereerd aan het oordeel van het hof over het herstelverzoek. Het hof heeft de kennelijke fout hersteld door de relevante passage in het arrest van 20 december 2016 aan te passen en de beslissing te verduidelijken.

De beslissing van het hof houdt in dat de eerdere uitspraak wordt verbeterd, zodat het duidelijk is dat de conservatoire beslagen, inclusief die op de aandelen in Vimetco, van rechtswege zijn vervallen. Deze verbetering is op de minuut van het arrest gesteld en is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 31 januari 2017.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer: 200.184.381/01 KG
zaak-/rolnummer rechtbank: C/13/595934/KG ZA 15-1302
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 31 januari 2017
inzake
de naamloze vennootschap
[appellante] N.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
appellante,
advocaat: mr. J.W. de Groot te Amsterdam,
tegen:
de rechtspersoon naar buitenlands recht
[geïntimeerde],
gevestigd op de [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde,
advocaat: mr. M. Deckers te Amsterdam.

1.Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna [appellante] en [geïntimeerde] genoemd.
Het hof heeft in deze zaak op 20 december 2016 een arrest uitgesproken. Bij brief van
13 januari 2017 hebben mr. J.W. de Groot en A.W. van der Veen namens [appellante]
herstel van het arrest verzocht omdat het hof in rechtsoverweging 3.2, bij de weergave
van de vordering van [appellante] , niet heeft vermeld dat deze tevens zag op het in
rechtsoverweging 3.1 sub vii genoemde door [geïntimeerde] gelegde conservatoire beslag
op de door [appellante] gehouden aandelen in Vimetco en dit aandelenbeslag niet heeft
betrokken in het onderdeel van het dictum van het arrest waarin het hof verstaat dat de
door [geïntimeerde] ten laste van [appellante] gelegde beslagen van rechtswege zijn
vervallen.
Mr. J. van Borssum Waalkes, die naast mr. M. Deckers ter zitting van het hof van 21
september 2016 als advocaat voor [geïntimeerde] is opgetreden, heeft zich namens
[geïntimeerde] met betrekking tot de beslissing op het verzoek tot herstel aan het oordeel
van het hof gerefereerd.

2.Beoordeling

Het geschilpunt waarop het hof in zijn arrest van 20 december 2016 heeft beslist is, kort gezegd, de vraag of, gelet op het tijdstip waarop de hoofdzaak is ingediend, de door [geïntimeerde] ten laste [appellante] op 18 mei 2015 gelegde conservatoire beslagen zijn vervallen. Het hof heeft deze vraag in positieve zin beantwoord doch heeft verzuimd in de weergave van de vordering van [appellante] en in het dictum van het arrest te vermelden dat het geschil van partijen en de beslissing ten gunste van [appellante] niet alleen betrekking heeft op de onder ABN Amro, ING en SNS Bank gelegde conservatoire derdenbeslagen doch tevens op het conservatoire beslag op de door [appellante] gehouden aandelen in Vimetco.
Mede gelet op de motivering van de beslissing van het hof betreft dit een kennelijke fout die zich leent voor eenvoudig herstel.
Het hof zal deze fout daarom verbeteren.

3.Beslissing

Het hof:
verbetert het in deze zaak op 20 december 2016 uitgesproken arrest aldus dat in rechtsoverweging 3.2 na “op 18 mei 2015 ten laste van [appellante] onder ABN Amro, ING en SNS Bank gelegde derdenbeslagen” wordt ingelast “, alsmede het op die datum gelegd beslag op de door [appellante] gehouden aandelen in Vimetco,” en dat het dictum van het arrest, tweede onderdeel, als volgt komt te luiden: “verstaat dat de door [geïntimeerde] ten laste van [appellante] onder ABN Amro Bank N.V., ING Bank N.V. en SNS Bank N.V. gelegde conservatoire derdenbeslagen, alsmede het door [geïntimeerde] op 18 mei 2015 gelegd beslag op de door [appellante] gehouden aandelen in Vimetco van rechtswege zijn vervallen;”;
stelt de verbetering op de minuut van dat arrest.
Dit arrest is gewezen door mrs. E.E. van Tuyll van Serooskerken-Röell, J.M. de Jongh en J.G. Sijmons en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 31 januari 2017.