Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
primairde door Combined Traders bestreden beschikking zal bekrachtigen en
subsidiair(in geval van ontbinding) haar naast de transitievergoeding van € 5.715,-- bruto een billijke vergoeding toe zal kennen van € 17.114,-- bruto met veroordeling van Combined Traders in de kosten van de procedure in beide instanties.
primairtot afwijzing van het incidenteel appel voor wat betreft de verzochte billijke vergoeding maar tot toewijzing van de (subsidiair) verzochte ontbinding van de arbeidsovereenkomst onder toekenning van de transitievergoeding en
subsidiairtot matiging van de billijke vergoeding, een en ander met bepaling dat partijen ieder de eigen kosten van het incidenteel appel dienen te dragen.
2.Feiten
3.Beoordeling
primairhet bepaalde in artikel 7:671b lid 1 onder a jo. 7:669 lid 3 onder d BW (disfunctioneren)
subsidiairhet bepaalde in artikel 7:671b lid 1 onder a jo. 7:669 lid 3 onder h BW (van de werkgever kan in redelijkheid niet gevergd worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren). Zij legde aan haar verzoek ten grondslag, in de weergave door de kantonrechter, dat weliswaar de tussentijds evaluatie van het verbetertraject in december 2004 , en de eindevaluatie in april 2015 (gematigd) positief waren, maar dat uit het beoordelingsgesprek in maart 2016 dezelfde kritiekpunten naar voren kwamen als voorheen en dat zich daarna in de weken 21 t/m 26 een aantal feiten en omstandigheden (fouten, oncollegiaal gedrag) heeft voorgedaan die bij Combined Traders tot de conclusie hebben geleid dat zij de arbeidsovereenkomst niet wenste voor te zetten. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling van het verzoek in eerste aanleg heeft Combined Traders de grondslag van haar verzoek aangevuld en gesteld dat er sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding en verzocht de arbeidsovereenkomst op die grond (artikel 7:669 lid 3 onder g BW) te ontbinden indien de twee in het inleidend verzoekschrift genoemde gronden niet reeds een ontbinding rechtvaardigden.
- Combined Traders heeft [geïntimeerde] na kennisname van het feit dat haar ontbindingsverzoek bij beschikking van 28 oktober 2016 was afgewezen, zowel per brief als per e-mail opgeroepen om op maandag 31 oktober om 8.30 uur een gesprek te hebben met [X] , directeur/eigenaar van Combined Traders en [Y] .
- Op het moment van de ontvangst van die oproep had [geïntimeerde] nog geen kennis genomen van de inhoud van de beschikking. [geïntimeerde] was ontstemd over het feit dat zij die oproep al kreeg voordat zij de beschikking kende.
- Combined Traders had de werkplek die [geïntimeerde] gebruikte voordat zij op non actief werd gesteld opnieuw voor haar ingericht.
- [geïntimeerde] kwam een kwartier later dan het tijdstip waarop zij was uitgenodigd. De eerste collega die [geïntimeerde] bij binnenkomst op het kantoor van Combined Traders tegenkwam, was [Y] , tegen wie ze zei “ik ga jou geen hand geven”.
- Aan het begin van het gesprek heeft [X] medegedeeld dat Combined Traders zich niet in de beschikking van de kantonrechter kon vinden en overwoog in appel te gaan. Op die mededeling reageerde [geïntimeerde] met de opmerking dat Combined Traders het geld dat een appelprocedure zou kosten beter kon uitgeven aan een financiële regeling met haar.
- Niet gebleken is dat een van beide partijen het gesprek benut heeft om aan de orde te stellen wat nodig zou zijn om tot daadwerkelijke hervatting van de werkzaamheden te kunnen komen..
- Het gesprek liep over en weer in de verwijtende sfeer. Er is uitsluitend gesproken over de standpunten van partijen in de procedure bij de kantonrechter.
- Partijen verschillen van mening over de duur van het gesprek (10 minuten volgens [geïntimeerde] , een uur volgens Combined Traders). Na afloop van het gesprek heeft Combined Traders [geïntimeerde] verzocht naar huis te gaan en schriftelijk bevestigd dat van haar geen werkzaamheden meer werden verwacht totdat zij kennis had kunnen nemen van de motivering van de beschikking.
.