ECLI:NL:GHAMS:2017:253

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
31 januari 2017
Publicatiedatum
2 februari 2017
Zaaknummer
200.157.926/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaar tegen benoeming deskundige in civiele procedure

In deze zaak, die een vervolg is op een tussenarrest van 1 december 2016, heeft het Gerechtshof Amsterdam op 31 januari 2017 uitspraak gedaan in een hoger beroep. De appellant, vertegenwoordigd door mr. F.G.M.M. Alsters, heeft bezwaar gemaakt tegen de benoeming van een deskundige in een civiele procedure tegen Hallmark Cards Nederland B.V., vertegenwoordigd door mr. A J.C. Debije. Het hof heeft in het tussenarrest besloten om het rapport van de eerder benoemde deskundige R.C.A. Schuman buiten beschouwing te laten en heeft een comparitie van partijen gelast om te overleggen over een nieuwe deskundige. Tijdens deze comparitie hebben beide partijen kandidaten voorgesteld voor de benoeming als deskundige, maar zijn zij het niet eens geworden over de geschiktheid van de voorgestelde personen. De appellant heeft T.B.J. Hoogenbosch van AGI van de Steeg B.V. voorgesteld, terwijl Hallmark D.J.M. Vermeulen heeft genoemd. Het hof heeft de geschiktheid van Hoogenbosch als deskundige overwogen en heeft Hallmark de gelegenheid gegeven om haar bezwaren tegen deze benoeming te motiveren. De zaak is vervolgens verwezen naar de rol van 21 februari 2017 voor het nemen van een akte door Hallmark.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer: 200.157.926/01
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 31 januari 2017
inzake
[appellant] ,
wonend te [woonplaats] ,
appellant,
advocaat: mr. F.G.M.M. Alsters te Nijmegen,
tegen:
HALLMARK CARDS NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Heerlen,
geïntimeerde,
advocaat: mr. A J.C. Debije te Rotterdam.

1.Het geding na verwijzing door de Hoge Raad

Partijen worden hierna [appellant] en Hallmark genoemd.
Op 1 december 2016 heeft het hof in deze zaak een tussenarrest gewezen waarin een comparitie van partijen is gelast. Voor het verloop van het geding tot die datum wordt naar het tussenarrest verwezen.
Op 26 mei 2016 is een comparitie van partijen gehouden. Het proces-verbaal daarvan bevindt zich bij de gedingstukken.
Partijen hebben naar aanleiding van hetgeen ter comparitie is besproken ieder een akte genomen, van de zijde van [appellant] met producties. Vervolgens is wederom arrest gevraagd.

2.Beoordeling

2.1
Het hof heeft in het tussenarrest overwogen dat het aanleiding ziet het rapport van de door het hof Den Haag benoemde deskundige R.C.A. Schuman geheel buiten beschouwing te laten en ter beantwoording van de door het hof Den Haag in zijn tussenarrest van 19 juli 2011 geformuleerde vragen een nieuwe deskundige te benoemen. Teneinde te overleggen onder meer over de persoon van een (mogelijk) door dit hof te benoemen deskundige is de comparitie van partijen gelast.
2.2.
Van de zijde van [appellant] is ter comparitie als te benoemen deskundige een persoon verbonden aan het bedrijf AGI van de Steeg B.V. te Enschede gesuggereerd. In zijn akte na comparitie heeft [appellant] in dit verband T.B.J. Hoogenbosch (hierna: Hoogenbosch) genoemd.
Door Hallmark is ter comparitie D.J.M. Vermeulen (hierna Vermeulen) genoemd, volgens haar de voormalige eigenaar van Mouthaan Grafisch Bedrijf B.V.
Het hof heeft partijen ter comparitie in overweging gegeven om mede gelet op de specifieke/specialistische aard van de materie waarover de deskundige zal dienen te rapporteren en de daarvoor benodigde kennis/ervaring een gezamenlijk voorstel te doen omtrent een door hen daartoe geschikt geachte persoon.
Blijkens de inhoud van hun aktes zijn partijen het hierover niet eens geworden.
Het onderzoek van het hof naar een andere mogelijk voor een benoeming als deskundige in aanmerking komende persoon dan de door partijen genoemden heeft vooralsnog geen resultaat opgeleverd.
2.3.
In haar akte uitlating benoeming deskundige heeft Hallmark volstaan met de mededeling dat ieder der partijen overwegende bewaren heeft tegen de door de andere partij gesuggereerde persoon en heeft zij het hof verzocht om een door het hof zelf te selecteren onafhankelijke derde als deskundige te benoemen.
[appellant] heeft in zijn gelijktijdig genomen akte uiteengezet waarom zijns inziens Vermeulen niet geschikt is om als deskundige in deze zaak te worden benoemd, dit zijnde om redenen die verband houden met de bedrijfsmatige activiteiten van Mouthaan Grafisch Bedrijf (drukkerij/uitgeverij, tevens gespecialiseerd in het (be)drukken van papier- en kartonwaren, waaronder met name het bedrukken van industriële verpakkingen) en er geen aanwijzingen zijn dat Mouthaan Grafisch Bedrijf (in relevante mate) internationaal actief is. Volgens [appellant] geven de plaats van vestiging van genoemd bedrijf en de onduidelijkheid omtrent de wijze waarop Hallmark op de persoon van Vermeulen is gekomen ook aanleiding om aan de onafhankelijkheid van Vermeulen te twijfelen.
Met betrekking tot AGI van de Steeg heeft [appellant] onder verwijzing naar een uittreksel uit het handelsregister en prints van pagina’s van de website van dit bedrijf gesteld dat het een internationaal opererend bedrijf betreft dat zich bezighoudt met de vervaardiging van alsmede de handel in verpakkingsmiddelen van papier en karton, waaronder “
gift card packaging, luxury packaging en media packaging”. [appellant] heeft voorts gesteld dat zijn advocaat telefonisch navraag bij dit bedrijf heeft gedaan naar een persoon met de vereiste deskundigheid/ervaring en dat toen (de aan [appellant] geheel onbekende) Hoogenbosch is genoemd die bij AGI van de Steeg werkzaam is als estimator/purchaser.
2.4.
Gelet op de bedrijfsmatige activiteiten van AGI van de Steeg zoals die blijken uit het door [appellant] overlegde uittreksel uit het handelsregister en pagina’s van de website van deze onderneming, de functie van Hoogenbosch en de wijze waarop [appellant] met het bestaan van deze persoon bekend is geraakt acht het hof Hoogenbosch op het eerste gezicht geschikt om in deze zaak als deskundige te worden benoemd. Alvorens daartoe stappen te ondernemen zal het hof Hallmark in de gelegenheid stellen zich hieromtrent bij akte uit te laten en haar bezwaren tegen een eventuele benoeming van Hoogenbosch gemotiveerd uiteen te zetten.

3.Beslissing

Het hof:
verwijst deze zaak naar de rol van 21 februari 2017 voor het nemen door Hallmark van een akte als bedoeld hierboven onder 2.4;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. E.E. van Tuyll van Serooskerken-Röell, W.A.H. Melissen en D.J. Oranje en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 31 januari 2017.