In deze zaak, die een vervolg is op een tussenarrest van 1 december 2016, heeft het Gerechtshof Amsterdam op 31 januari 2017 uitspraak gedaan in een hoger beroep. De appellant, vertegenwoordigd door mr. F.G.M.M. Alsters, heeft bezwaar gemaakt tegen de benoeming van een deskundige in een civiele procedure tegen Hallmark Cards Nederland B.V., vertegenwoordigd door mr. A J.C. Debije. Het hof heeft in het tussenarrest besloten om het rapport van de eerder benoemde deskundige R.C.A. Schuman buiten beschouwing te laten en heeft een comparitie van partijen gelast om te overleggen over een nieuwe deskundige. Tijdens deze comparitie hebben beide partijen kandidaten voorgesteld voor de benoeming als deskundige, maar zijn zij het niet eens geworden over de geschiktheid van de voorgestelde personen. De appellant heeft T.B.J. Hoogenbosch van AGI van de Steeg B.V. voorgesteld, terwijl Hallmark D.J.M. Vermeulen heeft genoemd. Het hof heeft de geschiktheid van Hoogenbosch als deskundige overwogen en heeft Hallmark de gelegenheid gegeven om haar bezwaren tegen deze benoeming te motiveren. De zaak is vervolgens verwezen naar de rol van 21 februari 2017 voor het nemen van een akte door Hallmark.