ECLI:NL:GHAMS:2017:2500
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Klacht tegen gerechtsdeurwaarder over beslaglegging zonder reactie op betalingsvoorstel
In deze zaak gaat het om een klacht van een klaagster tegen een gerechtsdeurwaarder. De klaagster had op 13 september 2015 een betalingsvoorstel gedaan aan de gerechtsdeurwaarder, maar er werd beslag gelegd op haar salaris zonder dat er op dit voorstel was gereageerd. De kamer voor gerechtsdeurwaarders te Amsterdam heeft in haar beslissing van 18 oktober 2016 het verzet van klaagster op één onderdeel gegrond verklaard, namelijk dat het beslag is gelegd zonder dat eerst op het betalingsvoorstel is gereageerd. De kamer heeft de gerechtsdeurwaarder berispt voor deze gang van zaken.
De gerechtsdeurwaarder heeft hiertegen hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof Amsterdam. Tijdens de behandeling van de zaak op 13 april 2017 heeft de gerechtsdeurwaarder zijn verweer gevoerd, terwijl klaagster niet aanwezig was. Het hof heeft de feiten vastgesteld zoals deze door de kamer zijn vastgesteld, en heeft de gang van zaken rondom de beslaglegging en het betalingsvoorstel beoordeeld.
Het hof oordeelt dat de gerechtsdeurwaarder klaagster wel degelijk op de hoogte heeft gesteld van de afwijzing van haar betalingsvoorstel voordat het beslag werd gelegd. Hoewel het hof van mening is dat het beter zou zijn geweest als klaagster eerder expliciet was geïnformeerd over de afwijzing, acht het hof de gang van zaken niet tuchtrechtelijk laakbaar. Het hof vernietigt daarom de beslissing van de kamer en verklaart het klachtonderdeel ongegrond.