ECLI:NL:GHAMS:2017:2491
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Schorsing van voorlopige hechtenis van een jeugdige verdachte na ernstige feiten
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 21 juni 2017 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een jeugdige verdachte, geboren in 2001, die in voorlopige hechtenis was genomen. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 3 mei 2017, die de verlenging van zijn gevangenhouding beval. Daarnaast was er een hoger beroep ingesteld tegen de afwijzing van een verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis. Het hof heeft kennisgenomen van de relevante stukken en heeft de advocaat-generaal, deskundigen van de Jeugdbescherming, de Raad voor de Kinderbescherming, de ouders van de verdachte en de verdachte zelf gehoord, bijgestaan door zijn raadsman, mr. K.H.T. van Gijssel.
Het hof heeft de ernst van de feiten, waarbij bejaarde personen op grove wijze zijn overvallen, in overweging genomen. Ondanks de jeugdige leeftijd van de verdachte en het feit dat hij nog niet eerder met justitie in aanraking is gekomen, heeft het hof geoordeeld dat er zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden moeten zijn voor schorsing van de voorlopige hechtenis. Het hof beschikte over een rapport van de Raad voor de Kinderbescherming, waarin de persoonlijke omstandigheden van de verdachte werden toegelicht en voorwaarden werden geformuleerd om het recidivegevaar te reduceren. De ouders van de verdachte hebben hun medewerking toegezegd aan het voorgestelde plan.
Uiteindelijk heeft het hof besloten het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis toe te wijzen, met oplegging van voorwaarden. Het hof heeft echter het voorstel van de Raad voor de Kinderbescherming om 'So Cool' als voorwaarde op te leggen, afgewezen, omdat dit aan de zittingsrechter is om te bepalen. De beschikking is gegeven in raadkamer, en de advocaat-generaal heeft de beschikking ter kennis van de verdachte gebracht.