Partijen hebben gezamenlijk een woning in eigendom aan de [adres] (hierna: de woning). Op de woning rust een hypothecaire geldlening van
€ 250.000,=. Ten aanzien van de woning is in het convenant, voor zover thans van belang, het volgende bepaald:
“
Artikel 5
(…)
Lasten woning
Partijen zijn overeengekomen dat vanaf de datum één april tweeduizend dertien alle lasten van gemelde registergoed, waaronder (…) de hypotheekrente en -aflossing vervallende na voormelde datum geheel voor rekening komen van de man, zulks zonder nadere verrekening.
(…)
Waardering
Partijen hebben de waarde (…) vastgesteld op honderd vijfenzeventig duizend euro
(€ 175.000,00).
Verdeling woning
Partijen zijn overeengekomen het registergoed toe te delen aan de man. Gezien het feit dat de man thans de hypothecaire geldlening niet geheel als eigen schuld kan overnemen en de vrouw niet ontslagen kan worden uit haar hypothecaire verplichtingen, zal tot het moment dat dit wel mogelijk is, het registergoed onverdeeld blijven tot uiterlijk negen september tweeduizend zestien. De man verplicht zich jaarlijks bij minimaal twee banken/hypotheekverstrekkers een hypotheekofferte aan te vragen en de vrouw hierover te informeren.
Gezien de huidige waarde van het registergoed en het saldo van de hypothecaire geldlening is er sprake van onderbedeling van de man op grond van voorgestelde verdeling.
Partijen zijn overeengekomen dat er over een weer geen rechten zijn op een overbedelings- of onderbedelingsvordering.
De man zal deze onderbedelingsvordering geheel voor zijn rekening nemen.
De kosten van de verdeling van het registergoed zijn geheel voor rekening van de man.
Verkoop woning
Indien op gemelde datum van negen september tweeduizend zestien het registergoed bij notariële akte niet is toebedeeld aan de man, zullen partijen gezamenlijk tot verkoop en levering van het registergoed overgaan. De kosten van verkoop en levering van het registergoed, de kosten van de makelaar en alle overige bijkomende kosten welke verband houden met de verkoop en levering van het registergoed, zullen geheel voor rekening komen van de man.
Ook bij verkoop zijn partijen overeengekomen dat er over een weer geen rechten zijn op een overbedelings- of onderbedelingsvordering.
De onder- of overbedelingsvordering is geheel voor rekening van de man.”