Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Nadere bewijsoverwegingen
ZweedseKronen ter waarde van € 80,-, acht het hof gezien al het vorenstaande van ondergeschikte betekenis en veeleer een aanwijzing voor een vergissing van de aangever dan een reden om te twijfelen aan de juistheid van de verklaring van [getuige 1].
Vordering van de benadeelde partij [naam 1]
Vordering van de benadeelde partij [naam 3]
Vordering van de benadeelde partij [naam 2]
Vordering van de benadeelde partij [naam 4]
- de omstandigheid dat de benadeelde partij, in verband met de bedreiging door de verdachte psychische gevolgen heeft ondervonden, bestaande uit een verergering van angstklachten die voortkomen uit een posttraumatisch stresssyndroom (PTSS) en de toename van de ongemakken die de benadeelde partij ondervindt van het chronische spierpijnsyndroom fibromyalgie waaraan zij lijdt;
- de schadevergoeding die in vergelijkbare gevallen door rechters wordt toegekend.
BESLISSING
€ 2.497,13 (tweeduizend vierhonderdzevenennegentig euro en dertien cent) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
34 (vierendertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 574,23 (vijfhonderdvierenzeventig euro en drieëntwintig cent) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 574,23 (vijfhonderdvierenzeventig euro en drieëntwintig cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
11 (elf) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 617,13 (zeshonderdzeventien euro en dertien cent) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 617,13 (zeshonderdzeventien euro en dertien cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
12 (twaalf) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 350,00 (driehonderdvijftig euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 350,00 (driehonderdvijftig euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
7 (zeven) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.