In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 13 juni 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over een tuchtrechtelijke klacht van klager tegen een notaris. Klager verwijt de notaris verschillende tekortkomingen in de afhandeling van de nalatenschap van zijn vader, waaronder het tegenwerken van de overname van de woning, onjuiste informatie aan de kantonrechter en het vorderen van kosten voor de klachtbehandeling. De kamer voor het notariaat had eerder de klacht gedeeltelijk gegrond verklaard, maar geen maatregel opgelegd. Het hof heeft de beslissing van de kamer vernietigd en één klachtonderdeel gegrond verklaard, maar ook hieraan geen maatregel verbonden. De overige klachtonderdelen zijn ongegrond of niet-ontvankelijk verklaard. Het hof oordeelt dat de notaris in zijn hoedanigheid van vereffenaar tuchtrechtelijk aansprakelijk kan zijn voor zijn handelen, maar dat de meeste verwijten van klager niet zijn komen vast te staan. De klacht over de vergoeding van de kosten van de klachtbehandeling is gegrond, maar het hof acht dit niet ernstig genoeg voor een maatregel. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid en transparantie in de communicatie tussen notaris en erfgenamen.