ECLI:NL:GHAMS:2017:219
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in strafzaak wegens cocaïnebezit met onduidelijke eigendom van de sweater
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 25 januari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk aanwezig hebben van ongeveer 24,97 gram cocaïne op 8 juni 2014 te Duivendrecht. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat het tot een andere beslissing kwam met betrekking tot de bewijsvraag. De advocaat-generaal had gevorderd dat de verdachte veroordeeld zou worden tot zes maanden gevangenisstraf.
Het hof oordeelde echter dat niet met de vereiste mate van zekerheid kon worden vastgesteld dat de verdachte op de hoogte was van de cocaïne in de gesloten zakken van een sweater die in een geleende auto lag. Er was onduidelijkheid over de eigendom van de sweater, wat leidde tot de conclusie dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij het ten laste gelegde feit had begaan. Daarom sprak het hof de verdachte vrij van de beschuldigingen.
De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij de griffier aanwezig was. De beslissing van het hof is openbaar uitgesproken tijdens de zitting.