Uitspraak
mr. O.J. Praamstra, kantoorhoudende te Zoetermeer,
mr. E.A.H. ten Bergeen
mr. J.J. Wittekamp, beiden kantoorhoudende te Naaldwijk,
mr. E.A.H. ten Bergeen
mr. J.J. Wittekamp, beiden kantoorhoudende te Naaldwijk.
1.Het verloop van het geding
2.De feiten
management feeaan [A] respectievelijk [G] verschuldigd is.
dienstverlening op het gebied van gebouwbeheer, conciërgewerkzaamheden, onderhoudsklussen, reparatiewerkzaamheden en schoonmaakwerk.”
Daaruit[brief van 9 december 2016]
kan slechts begrepen worden dat een definitieve oplossing niet gevonden kan worden in één van deze beide opties, te weten aanblijven als niet-actieve vennoot of alles bij het oude laten. Uiteraard betekent dat niet dat cliënte – zolang er geen overeenstemming bereikt is over de verkoop van de aandelen – haar taken als bestuurder niet vervult en de managementovereenkomst niet nakomt.
3.De gronden van de beslissing
corporate opportunitybenut die voortkomt uit of voortbouwt op de activiteiten en klanten van [B] c.s. [P] profiteert van de goodwill verbonden aan de naam van [B] zonder dat daar enige vergoeding tegenover staat. [G] handelt derhalve in strijd met de belangen van [B] c.s.
corporate opportunityvan [B] c.s. De omzet van [P] over 2016 (€ 87.000) valt in het niet bij de omzet van [B] c.s. en [L] (€ 12,7 miljoen). De inzet van personeel en bedrijfsmiddelen is beperkt, wordt zorgvuldig vergoed en is niet nadelig voor [B] c.s. Er kan redelijkerwijs geen bezwaar zijn tegen de wijze waarop is gehandeld door [G] .
management feeverlangt. Volgens hen streeft [A] alleen haar eigen belang als aandeelhouder na. [G] en [B] c.s. hebben ter onderbouwing onder meer verwezen naar verklaringen van [M] en andere personeelsleden van maart 2017 waaruit blijkt dat [I] geen enkele bestuurlijke betrokkenheid meer heeft bij de onderneming.
management feegeniet, is naar het oordeel van de Ondernemingskamer een gegronde reden om aan een juist beleid of een juiste gang van zaken van [B] te twijfelen. De Ondernemingskamer zal derhalve een onderzoek naar [B] bevelen, en wel per 1 september 2015, nu [A] in september 2015 begon met haar feitelijk vertrek als bestuurder.
management feetoekomt. Zij zal een derde persoon tot commissaris van [B] benoemen, die in het bijzonder toezicht kan houden op de zakelijkheid van de verhoudingen tussen [B] c.s. en [P] .
4.De beslissing
management fee;