ECLI:NL:GHAMS:2017:215

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
4 januari 2017
Publicatiedatum
1 februari 2017
Zaaknummer
23-002528-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging vonnis en niet-ontvankelijkheid openbaar ministerie na overlijden verdachte

Op 4 januari 2017 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 1 juli 2016 was gewezen. De zaak betreft een verdachte die op 17 november 2016 is overleden, wat heeft geleid tot een belangrijke juridische vraag over de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging. Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd.

De rechtbank had eerder geoordeeld dat het openbaar ministerie ontvankelijk was in de vervolging, maar het hof kwam tot de conclusie dat, gezien het overlijden van de verdachte, het recht tot strafvordering was vervallen op basis van artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht. Dit betekent dat de vervolging niet kon doorgaan, omdat de verdachte niet meer in staat was om zich te verdedigen.

Het hof heeft daarom de Officier van Justitie alsnog niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging. Deze beslissing is genomen in het belang van een eerlijke rechtsgang, waarbij de rechten van de verdachte, zelfs na zijn overlijden, gerespecteerd dienen te worden. Het arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het gerechtshof op 4 januari 2017.

Uitspraak

parketnummer: 23-002528-16
datum uitspraak: 4 januari 2017
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 1 juli 2016 in de strafzaak onder de parketnummers 13/702191-16 en 13/701592-15 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] in het jaar 1954,
laatstelijk gewoond hebbende op het adres: Eerste Ringdijkstraat 5 D, 1097 BC Amsterdam.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 4 januari 2017.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof komt tot een andere beslissing omtrent de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging van de verdachte dan de politierechter.

Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vervolging

Blijkens een op 4 januari 2017 door de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Amsterdam opgemaakte akte van overlijden, nr. [nummer], is de verdachte op 17 november 2016 overleden. Daarom is volgens artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht het recht tot strafvordering vervallen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart de Officier van Justitie alsnog niet-ontvankelijk in de vervolging.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. R. Kuiper, J.J.I. de Jong en mr. R.A.F. Gerding, in tegenwoordigheid van mr. A.S. Metgod, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 4 januari 2017.