9.1Indien Alicante Investments:
a. hetzij terzake van de huurkooptermijnen een achterstand heeft van meer dan € 3.000;
b. hetzij surséance van betaling, schuldsanering en/of faillissement aanvraagt;
c. hetzij opeisbare schulden aan derden welbewust onbetaald laat;
d. hetzij tot sluiting of liquidatie van de overgedragen onderneming overgaat,
e. hetzij in staat van faillissement wordt verklaard;
f. wanbetaling pleegt met betrekking tot de huur van de vastgoedruimte of andere verplichtingen uit de huurovereenkomst in ernstige mate niet nakomt; is [geïntimeerde] gerechtigd na een sommatie per aangetekend schrijven de onderhavige huurkoopovereenkomst zonder rechtelijke tussenkomst als ontbonden te beschouwen, respectievelijk de aan Alicante Investments overgedragen onderneming met de alsdan aanwezige inventaris weer in bezit te nemen met alles wat daartoe behoort en de aan Alicante Investments overgedragen of daarvoor in de plaats getreden inventaris en inrichting, voorraden en vorderingen weer tot zich te nemen.
2.1.6.Alicante is vanaf 11 maart 2014 in bezit gesteld van de onroerende zaken en heeft vanaf die datum alle lasten verbonden aan de onroerende zaken voldaan (hypotheekrente, belastingen, gas, water en licht). Partijen hebben in afwijking van de overeenkomst afgesproken dat de maandelijkse vergoeding van € 1.000,-- ten behoeve van de hypotheekverplichtingen door Alicante rechtstreeks op de hypotheekrekening van [geïntimeerde] bij Bank Inter zou worden betaald.
2.1.7.Het restant van de koopsom buiten de hypotheek om (€ 76.000,--) is tot op heden nog niet volledig door Alicante voldaan. Op het oorspronkelijke bedrag strekken enige door Alicante voor [geïntimeerde] verrichte betalingen alsmede een contante betaling aan [geïntimeerde] , in mindering. Tussen partijen bestaat een geschil over de hoogte van de nog verschuldigde restantbetaling: volgens Alicante dient zij nog € 56.378,36 te betalen; [geïntimeerde] is van mening dat hij nog € 65.000,-- tegoed heeft.
2.1.8.Bij aangetekende brief van 21 augustus 2014 heeft [geïntimeerde] Alicante in gebreke gesteld in verband met het uitblijven van de restantbetaling. Alicante ontkent dat zij deze brief heeft ontvangen.
2.1.9.Vervolgens heeft [geïntimeerde] , nadat betaling uitbleef, bij aangetekende brief, onder verwijzing naar het bepaalde in artikel 9 daarvan, de ontbinding van de overeenkomst ingeroepen.
2.1.10.Alicante heeft tegen de ingeroepen ontbinding bezwaar gemaakt en in kort geding een verbod gevorderd voor [geïntimeerde] om de onroerende zaken aan een derde te vervreemden. Bij vonnis van 11 november 2014 heeft de voorzieningenrechter in de rechtbank Noord-Holland [geïntimeerde] op straffe van een dwangsom verboden
“de onroerende zaken te vervreemden anders dan aan Alicante totdat onherroepelijk uitspraak is gedaan in een nog aan te spannen bodemprocedure over de verkoop van de onroerende zaken van [geïntimeerde] aan Alicante (…).”