ECLI:NL:GHAMS:2017:2020
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- J. Jonkers
- G.B.C.M. van der Reep
- S.F.M. Wortmann
- Rechtspraak.nl
Zorgvuldigheidsplicht van de bewindvoerder en tekortkomingen in het beheer van de nalatenschap
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 30 mei 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de zorgvuldigheidsplicht van een bewindvoerder. De bewindvoerder was in hoger beroep gekomen tegen eerdere beschikkingen van de rechtbank Noord-Holland, waarin was vastgesteld dat hij tekort was geschoten in zijn taken. De bewindvoerder had de zorg voor de nalatenschap van [X] en [Z], die beiden waren overleden, en was verantwoordelijk voor het beheer van hun goederen. De zoon en dochter van [X] waren erfgenamen en hadden de bewindvoerder aangeklaagd wegens onzorgvuldig handelen. Het hof oordeelde dat de bewindvoerder ernstig tekort was geschoten in zijn verantwoordelijkheden, met name in de omgang met contant geld dat aan hem was overhandigd. Het hof bevestigde de beslissing van de kantonrechter om het bewindvoerdersloon op nihil te stellen en de bewindvoerder te veroordelen tot terugbetaling van eerder ontvangen bedragen aan de erven van [X]. Daarnaast werd de bewindvoerder in zijn verzoeken afgewezen, terwijl de zoon in incidenteel hoger beroep ook geen gelijk kreeg. De beslissing van het hof benadrukt de belangrijke rol van de bewindvoerder en de noodzaak om zorgvuldig om te gaan met de belangen van de betrokkenen.