Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
de manis het volgende gebleken.
de vrouwis het volgende gebleken.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 30 mei 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van partneralimentatie en kinderbijdrage. De vrouw, verzoekster in het principaal hoger beroep, had in 2016 hoger beroep aangetekend tegen een beschikking van de rechtbank Noord-Holland, waarin de partneralimentatie en kinderbijdrage waren vastgesteld. De man, verweerder in het principaal hoger beroep, had in incidenteel hoger beroep verzocht om de partneralimentatie op nihil te stellen en de kinderbijdrage te verlagen. Het hof heeft vastgesteld dat de vrouw in de periode van 1 augustus 2014 tot 1 augustus 2015 geen aanvullende behoefte aan partneralimentatie had, gezien haar gestegen inkomen. De man was verplicht om de partneralimentatie te verlagen, en de vrouw moest de teveel ontvangen partneralimentatie over de periode van 1 augustus 2015 tot 29 juni 2016 terugbetalen. De kinderbijdrage werd vastgesteld op € 427,- per maand van 12 november 2015 tot 1 april 2017, en op € 400,- per maand van 1 april 2017 tot 1 januari 2020. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.