Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 10 september 2015 te Hoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een woning, gelegen aan de [adres] heeft weggenomen een tablet en/of een of meer telefoon(s) en/of geld en/of een tablethoes en/of een telefoonhoes, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of voornoemde weg te nemen goederen en/of geld onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
hij op of omstreeks 06 augustus 2016 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, als vreemdeling heeft verbleven, terwijl hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat hij op grond van artikel 67 van de Vreemdelingenwet 2000, in elk geval op grond van enig wettelijk voorschrift, tot ongewenst vreemdeling was verklaard, of terwijl tegen hem een inreisverbod was uitgevaardigd met toepassing van artikel 66a, zevende lid, van de Vreemdelingenwet 2000.
Vonnis waarvan beroep
Bewijsoverweging ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde
matchtussen het bij het raam van de woning aangetroffen en onderzochte biologische spoor en het in de Nederlandse DNA-databank opgenomen DNA-profiel van de verdachte.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) maanden.
€ 88,08 (achtentachtig euro en acht cent) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 88,08 (achtentachtig euro en acht cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
1 (één) dag hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 88,08 (achtentachtig euro en acht cent) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 88,08 (achtentachtig euro en acht cent) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
1 (één) dag hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.