Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
hij op of omstreeks 4 september 2015 te Alphen aan den Rijn ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om opzettelijk een persoon [slachtoffer 1] van het leven te beroven, opzettelijk die [slachtoffer 1] tegen het achterhoofd heeft geslagen en/of (onderuit) heeft geschopt- waardoor die [slachtoffer 1] met zijn hoofd op de grond viel-, en/of (vervolgens) die [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal tegen het hoofd heeft getrapt en/of tegen het hoofd heeft geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 4 september 2015 te Alphen aan den Rijn ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen - die [slachtoffer 1] tegen het hoofd heeft geslagen en/of - die [slachtoffer 1] onderuit heeft getrapt en/of - die [slachtoffer 1] (vervolgens) meermalen tegen het hoofd heeft geslagen en/of getrapt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
1 meer subsidiair:
hij op of omstreeks 4 september 2015 te Alphen aan den Rijn [slachtoffer 1] heeft mishandeld door deze meermalen tegen het hoofd te slaan en/of te schoppen;
hij op of omstreeks 16 juni 2015 te Alphen aan den Rijn, zich met geweld en/of bedreiging met geweld, heeft verzet tegen een of meer ambtenaren, [slachtoffer 2], werkzaam in de rechtmatige uitoefening van haar bediening, te weten handelende in het kader van de aanhouding van een (ander) persoon, door deze Henzen omver te duwen, waardoor zij tegen een pot aanviel, terwijl dit misdrijf en/of de daarmede gepaard gaande feitelijkheden enig lichamelijk letsel, te weten een bloeduitstorting bij die Henzen ten gevolge heeft gehad;
hij op of omstreeks 16 juni 2015 te Alphen aan den Rijn een ambtenaar, [slachtoffer 2] (agent van politie Eenheid Den Haag), gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van haar bediening heeft mishandeld door genoemde agent, die handelde in het kader van de aanhouding van (derde) verdachte(n) en verdachte van de aanhoudingssituatie had geleid, (met kracht) op de grond te duwen;
hij op of omstreeks 17 juli 2015 te Alphen aan den Rijn tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een auto voorzien van het kenteken [kenteken] in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de familie [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of de bewoners van [adres 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, welke diefstal is gepleegd/ welke auto onder zijn/hun bereik is gebracht met behulp van/door gebruik te maken van een valse (want onbevoegd gebruikte/ gestolen) (auto)sleutel;
hij op of omstreeks 17 juli 2015 te Alphen aan den Rijn, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een goed, te weten een auto (met kenteken [kenteken]) heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die auto wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
hij op een of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 16 juli 2015 tot en met 17 juli 2015 te Alphen aan den Rijn tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd uit een woning gelegen aan de [adres 2] heeft weggenomen huisraad (waaronder een of meer laptops en/of sleutels (waaronder een autosleutel) en/of sieraden en/of een (Philips) beeldscherm en/of een koptelefoon en/of een of meer (foto)camera(s) en/of een toegangspas en/of een portemonnee en/of schoenen) (zie pvbv p 143 en volgende en 7), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de familie [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of bewoners van die [adres 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, zulks na zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te hebben verschaft en/of die/dat weg te nemen goederen onder zijn/hun bereik te hebben gebracht door braak en/of verbreking aan/van de achterdeur en/of een slaapkamerdeur (zie o.a. pvbv p 124);
hij op een of meer tijdstippen gelegen in of omstreeks de periode van 16 juli 2015 tot en met 17 juli 2015 te Alphen aan den Rijn, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, huisraad (waaronder een of meer laptops en/of sleutels (waaronder een autosleutel) en/of sieraden en/of een (Philips) beeldscherm en/of een koptelefoon en/of een of meer (foto)camera(s) en/of een toegangspas en/of een portemonnee en/of schoenen) (zie pvbv p 143 en volgende) heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of heeft overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van genoemde goederen wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
hij op of omstreeks 4 januari 2015 te Alphen aan den Rijn tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een werkportemonnee met inhoud (circa 150 euro) in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan onderneming Domino's Pizza (en/of [slachtoffer 5]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en welk(e) goed(eren) verdachte en/of zijn mededader(s) uit hoofde van zijn mededaders persoonlijke dienstbetrekking van/als pizzabezorger, in elk geval anders dan door misdrijf onder zich had(den), wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
Vonnis waarvan beroep
Vrijspraak
Bewijsoverwegingen
Bewezenverklaring
hij op 4 september 2015 te Alphen aan den Rijn ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen
hij op 16 juni 2015 te Alphen aan den Rijn een ambtenaar, [slachtoffer 2], agent van politie Eenheid Den Haag, gedurende de rechtmatige uitoefening van haar bediening heeft mishandeld door genoemde agent, die handelde in het kader van de aanhouding van een derde verdachte en verdachte van de aanhoudingssituatie had geleid, met kracht op de grond te duwen.
hij op 17 juli 2015 te Alphen aan den Rijn tezamen en in vereniging met een of meer anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een auto, voorzien van het kenteken [kenteken], toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, welke auto onder hun bereik is gebracht door gebruik te maken van een valse sleutel.
hij op een of meer tijdstippen gelegen in de periode van 16 juli 2015 tot en met 17 juli 2015 te Alphen aan den Rijn, huisraad, waaronder laptops en sleutels en sieraden en een koptelefoon en een fotocamera en een toegangspas voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van genoemde goederen wist dat het door misdrijf verkregen goederen betrof.
hij op 4 januari 2015 te Alphen aan den Rijn tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk een werkportemonnee met inhoud, die toebehoorde aan onderneming Domino's Pizza en welk goed zijn mededader uit hoofde van zijn mededaders persoonlijke dienstbetrekking als pizzabezorger onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straffen
- rapporten van de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de Raad) van 16 maart 2016 en 8 september 2016;
- een psychologisch pro justitia rapport van 29 oktober 2015, opgemaakt door klinisch psycholoog dr. [naam 1] en GZ-psycholoog drs. [naam 2];
- een psychologisch pro justitia rapport van 11 februari 2016, opgemaakt door GZ-psycholoog [naam 3], MSc. en
- hetgeen ter terechtzitting in hoger beroep ten aanzien van de persoonlijke omstandigheden van de verdachte naar voren is gebracht, onder meer door vertegenwoordigers van de Raad en De Jeugd- & Gezinsbeschermers.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
werkstrafvoor de duur van
200 (tweehonderd) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
100 (honderd) dagen jeugddetentie.
190 (honderdnegentig) dagen.
93 (drieënnegentig) dagen,niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren of ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
- de veroordeelde verplicht is zich gedurende de volledige proeftijd te melden bij de jeugdreclassering van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming west, Regio Zuid-Holland Midden, gevestigd aan [adres 3], op door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen, zo frequent en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht
- de veroordeelde zich gedurende de volledige proeftijd onder behandeling en begeleiding zal stellen van het Palmhuis of een soortgelijke, door de jeugdreclassering te bepalen instelling, op de tijden en plaatsen als door of namens die instelling vast te stellen, teneinde zich te laten behandelen en begeleiding met betrekking tot de risicovolle ontwikkelingsgebieden - waaronder zijn gewetensontwikkeling, attitude, sociale contacten en schoolgang - en dat hij zijn volle en actieve medewerking aan deze behandeling en begeleiding dient te verlenen.
€ 943,03 (negenhonderddrieënveertig euro en drie cent) bestaande uit € 193,03 (honderddrieënnegentig euro en drie cent) materiële schade en € 750,00 (zevenhonderdvijftig euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 943,03 (negenhonderddrieënveertig euro en drie cent) bestaande uit € 193,03 (honderddrieënnegentig euro en drie cent) materiële schade en € 750,00 (zevenhonderdvijftig euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
18 (achttien) dagen jeugddetentie, met dien verstande dat de toepassing van die jeugddetentie de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
€ 152,00 (honderdtweeënvijftig euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 152,00 (honderdtweeënvijftig euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
3 (drie) dagen jeugddetentie, met dien verstande dat de toepassing van die jeugddetentie de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.