ECLI:NL:GHAMS:2017:1890

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
18 mei 2017
Publicatiedatum
22 mei 2017
Zaaknummer
23-004532-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van vonnis in hoger beroep inzake heling van politie-uniformen en bezit van hasj

Op 18 mei 2017 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 8 december 2016 was gewezen. De verdachte, geboren in 1992, was in eerste aanleg veroordeeld tot een taakstraf van 160 uren voor het verwerven en voorhanden hebben van politie-uniformen, waarvan hij redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze van diefstal afkomstig waren. Daarnaast had de verdachte hasj in zijn bezit, wat risico's voor de volksgezondheid met zich meebrengt. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, maar de straf en de motivering daarvan herzien.

Tijdens de zitting op 4 mei 2017 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vroeg om bevestiging van het vonnis. Het hof heeft de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan in overweging genomen, evenals de eerdere veroordelingen van de verdachte. Het hof oordeelde dat het handelen van de verdachte, door het in stand houden van de afzetmarkt voor gestolen goederen, ernstige risico's voor de openbare orde met zich meebracht.

Uiteindelijk heeft het hof de taakstraf van 160 uren opgelegd, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis van 80 dagen indien de taakstraf niet naar behoren wordt verricht. De tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, zal in mindering worden gebracht op de taakstraf. Het hof bevestigde het vonnis voor het overige, en het arrest werd uitgesproken in een openbare zitting.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-004532-16
datum uitspraak: 18 mei 2017
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 8 december 2016 in de strafzaak onder parketnummer 15-870163-15 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1992,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 4 mei 2017 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen, behoudens ten aanzien van de oplegging van de straf en de motivering daarvan.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Noord-Holland heeft de verdachte voor het in eerste aanleg bewezen verklaarde veroordeeld tot een taakstraf van 160 uren die bestaat uit het verrichten van onbetaalde arbeid, met aftrek.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het verwerven en het voorhanden hebben van (onderdelen van) politie-uniformen, terwijl hij op het moment van verwerven redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze uniformen van diefstal afkomstig waren. Door toedoen van de verdachte is de afzetmarkt voor gestolen goederen in stand gehouden. Het handelen van de verdachte is des te erger gelet op de aard van de goederen. Door middel van illegaal verkregen politie-uniformen kunnen onbevoegden zich voordoen als politieambtenaren hetgeen risico’s voor de openbare orde en de maatschappelijke veiligheid oplevert.
Daarnaast heeft de verdachte een hoeveelheid hasj in zijn bezit gehad. Hasj is een schadelijke stof die risico’s voor de volksgezondheid oplevert.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 19 april 2017 is hij eerder ter zake van misdrijven onherroepelijk veroordeeld, hetgeen in zijn nadeel weegt.
Het hof is, alles afwegende, van oordeel dat de hieronder weergegeven straf passend en geboden is.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep voor zover dit betrekking heeft op de oplegging van straf en de strafmotivering
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
160 (honderdzestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
80 (tachtig) dagen hechtenis.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Bevestigt het vonnis voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.L.M. van der Voet, mr. F.M.D. Aardema en mr. F.W. van Lottum, in tegenwoordigheid van N. Hannaart, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 18 mei 2017.
Mr. F.W. van Lottum is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.