ECLI:NL:GHAMS:2017:1888

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
18 mei 2017
Publicatiedatum
22 mei 2017
Zaaknummer
23-000051-17
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van bedreiging met zware mishandeling in Amsterdam

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 18 mei 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was beschuldigd van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en zware mishandeling, naar aanleiding van een incident op 17 oktober 2016. De tenlastelegging hield in dat de verdachte de woorden "Kom even buiten staan, dan leg ik je neer" had toegevoegd aan zijn dreigende gedrag tegenover het slachtoffer, die tevens zijn werkstrafbegeleider was. Tijdens de zitting in hoger beroep op 4 mei 2017 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die een geldboete en een voorwaardelijke gevangenisstraf had geëist.

Het hof heeft echter geoordeeld dat de woorden van de verdachte, hoewel laakbaar, niet als een bedreiging tegen het leven of zware mishandeling konden worden gekwalificeerd volgens artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht. De uitspraak van het hof was dat de gebezigde bewoordingen niet de gevolgen hadden die bij een bedreiging tegen het leven of zware mishandeling horen. De verdachte werd vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, en het vonnis waarvan beroep werd vernietigd. Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, en de uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier N. Hannaart.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000051-17
datum uitspraak: 18 mei 2017
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 3 januari 2017 in de strafzaak onder parketnummer 13-212049-16 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1993,
adres: [adres].

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 4 mei 2017
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 17 oktober 2016 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer] dreigend de woorden toegevoegd :"Kom even buiten camera's staan dan leg ik je neer!", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking terwijl verdachte dicht op voornoemde [slachtoffer] is gaan staan en/of daarbij voornoemde [slachtoffer] tegen de borst, in elk geval tegen het lichaam, heeft geduwd.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, reeds omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.

Vordering van het openbaar ministerie

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor de ten laste gelegde bedreiging met zware mishandeling zal worden veroordeeld tot een geldboete van 500 euro, subsidiair 10 dagen hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 1 week met een proeftijd van 2 jaren.

Vrijspraak

Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
De verdachte heeft op 17 oktober 2016 te Amsterdam zijn werkstrafbegeleider, tevens aangever, de tenlastegelegde woorden toegeschreeuwd. De gebezigde bewoordingen kunnen evenwel naar inhoud en strekking, hoe laakbaar ook, niet worden aangemerkt als een bedreiging tegen het leven dan wel bedreiging met zware mishandeling in de zin van artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht, nu het “neerleggen” van een persoon (naar het hof begrijpt: op de grond) in het algemeen niet dergelijke gevolgen heeft.
Dat de woorden op agressieve wijze zijn uitgesproken en de verdachte daarbij zijn werkstrafbegeleider heeft geduwd doen daaraan niet af.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.L.M. van der Voet, mr. F.M.D. Aardema en mr. F.W. van Lottum, in tegenwoordigheid van N. Hannaart, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 18 mei 2017.
Mr. F.W. van Lottum is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.