Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
kon ik niet voorzien dat er te kort geld zou zijn om het complex geheel af te bouwen. Ook de tegenvallende verkoopprijzen in deze moeilijke tijden is een reden van de tekorten voor de afbouw.
“Herstel eerder uitgebracht rapport d.d. 31 januari 2013-02-22”. De brief vermeldt onder meer:
“Herstel eerder uitgebracht rapport d.d. 31 januari 2013-02-22”vermeldt onder meer:
“Bevindingen”vermeldt het rapport onder meer:
3.Beoordeling
in conventiegevorderd hem te ontheffen van zijn verplichtingen voortvloeiende uit het vonnis in kort geding van 29 maart 2013 en [X] te veroordelen tot betaling van € 106.915,14 vermeerderd met rente en kosten, met beslissing over de proceskosten.
primairvanwege de ontbinding dan wel het toerekenbaar onrechtmatig handelen door [X] en
subsidiairvanwege de opzegging. Lopes Cardozo en Oosterveld zijn bij het bepalen van de waarde van het werk en de herstelkosten ten onrechte ervan uitgegaan dat de overeenkomst was opgezegd, in plaats van ontbonden. Uit de bevindingen van Amicon B.V. en het rapport van De Vastgoeddokter blijkt dat het rapport van Lopes Cardozo hierdoor op tal van punten niet klopt en dat [X] [appellant] een bedrag is verschuldigd van
in reconventiegevorderd [appellant] te veroordelen tot betaling van € 83.727,89 vermeerderd met rente en kosten, met beslissing over de proceskosten.
“onverwijld”ter hand moesten worden genomen, aldus nog steeds [appellant] .
“onverwijld”in de brief van Amicon B.V. van 9 oktober 2012 onder de gegeven omstandigheden - ook wanneer e-mailwisseling tussen partijen van 10 tot 13 september 2012 (productie 2 inleidende dagvaarding) wordt meegewogen - onvoldoende duidelijk een termijn inhoudt als bedoeld in artikel 6:82 lid 1 BW.
subsidiairegrondslag van de vordering (schadevergoeding vanwege de opzegging door [appellant] ) heeft hij deze grief - mede in het licht van het gegeven dat [X] niet in verzuim is geraakt - onvoldoende toegelicht. Mocht [appellant] hebben bedoeld zijn vordering te baseren op de (betwiste) stelling dat [X] de werkzaamheden bewust voor een te laag bedrag heeft aangenomen, waardoor [appellant] de appartementen voor een te laag bedrag heeft verkocht, dan heeft hij ook deze grondslag onvoldoende onderbouwd.
“Herstel eerder uitgebracht rapport d.d. 31 januari 2013-02-22”bij de brief van 22 februari 2013). Voor zover [appellant] in deze procedure bezwaren tegen het rapport aanvoert die hij al aan Lopes Cardozo had kenbaar gemaakt (zie met name de brieven van Amicon B.V. van 2 januari 2013 en 12 februari 2013), worden deze verworpen omdat zij door Lopes Cardozo en Oosterveld (impliciet) zijn meegewogen. Voor zover [appellant] in deze procedure bezwaren aanvoert die hij niet aan Lopes Cardozo heeft voorgelegd (zie met name (delen van) de brief van Amicon van 12 maart 2013 en het rapport van de Vastgoeddokter), worden zij verworpen omdat als uitgangspunt geldt dat [appellant] deze bezwaren aan Lopes Cardozo had moeten voorleggen en hij niet voldoende onderbouwd heeft aangegeven dat en waarom hiervan moet worden afgeweken. Wanneer een redelijke uitleg van de tussen partijen gesloten overeenkomst ter afwikkeling van de financiële kant van hun relatie al niet met zich brengt dat [appellant] zich onder de gegeven omstandigheden dient neer te leggen bij de bevindingen in het rapport van Lopes Cardozo en hiertegen geen (nieuwe) bezwaren mag inbrengen, dan volgt dit uit de aanvullende werking van de redelijkheid en billijkheid. In dit verband weegt mee dat [appellant] de deskundigheid van Lopes Cardozo op zichzelf niet in twijfel trekt. Voor zover [appellant] bedoelt te stellen dat gebondenheid aan het rapport van Lopes Cardozo in verband met de inhoud of wijze van totstandkoming daarvan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn, heeft hij dit onvoldoende toegelicht.