ECLI:NL:GHAMS:2017:1803
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van openlijke geweldpleging na hoger beroep tegen vonnis politierechter
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 14 april 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1991, was beschuldigd van openlijke geweldpleging op 11 september 2013 te Amsterdam, waarbij hij samen met anderen geweld zou hebben gepleegd tegen twee slachtoffers. Het hof heeft het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep gevoerd op 31 mei 2016, 12 januari 2017 en 31 maart 2017, en heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte.
De tenlastelegging omvatte geweldpleging tegen de slachtoffers, waarbij de verdachte zou hebben geslagen en geschopt. Het hof heeft echter geconcludeerd dat de verklaringen van de getuigen, in combinatie met de ontkenning van de verdachte, onvoldoende bewijs boden voor een veroordeling. De advocaat-generaal en de raadsman van de verdachte hebben beiden vrijspraak bepleit, wat het hof heeft overgenomen. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan openlijke geweldpleging.
De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, waarin drie rechters zitting hadden. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken op de zitting van 14 april 2017.