ECLI:NL:GHAMS:2017:1770
Gerechtshof Amsterdam
- Beschikking
- C.M. Aarts
- D. Kingma
- H.M.M. Steenberghe
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een crécheleidster op grond van bedreiging in de privésfeer
In deze zaak gaat het om de ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een crécheleidster, hierna aangeduid als [appellante], met haar werkgever, KINDERDAGVERBLIJF [X] B.V. (hierna: KDV). De ontbinding is aangevraagd op basis van artikel 7:669 lid 3 onder h van het Burgerlijk Wetboek, omdat [appellante] in haar privésfeer werd bedreigd. Het Gerechtshof Amsterdam heeft op 9 mei 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep, waarbij het hof de ontbinding van de arbeidsovereenkomst heeft beoordeeld. De kantonrechter had eerder de arbeidsovereenkomst ontbonden met ingang van de dag na de beëindiging van het zwangerschapsverlof van [appellante]. Het hof heeft echter geoordeeld dat de ontbinding met ingang van zes weken na de beëindiging van het zwangerschapsverlof had moeten plaatsvinden, rekening houdend met de bescherming van de werkneemster tijdens haar zwangerschap.
De zaak kwam aan het hof na een verzoekschrift van [appellante] dat op 13 september 2016 was ingediend, waarin zij tegen de beschikking van de kantonrechter in beroep ging. [appellante] voerde aan dat de ontbinding onterecht was en dat KDV haar had moeten herplaatsen in een andere functie. KDV voerde aan dat de ontbinding gerechtvaardigd was vanwege de dreiging op het leven van [appellante], die een risico vormde voor de kinderen in de opvang. Het hof oordeelde dat KDV niet kon worden verweten dat zij de arbeidsovereenkomst had ontbonden, gezien de ernst van de dreiging en de verantwoordelijkheid van KDV voor de veiligheid van de kinderen.
Het hof heeft de beslissing van de kantonrechter vernietigd voor wat betreft de datum van ontbinding, maar de overige beslissingen bekrachtigd. [appellante] heeft recht op betaling van het salaris over de periode van zes weken na de beëindiging van haar zwangerschapsverlof, waarbij rekening is gehouden met de Ziektewetuitkering die zij ontving. De kosten van het hoger beroep zijn voor rekening van [appellante].