3.1.Het gaat in deze zaak om het volgende.
( a) [appellant sub 1] houdt een veredelingsbedrijf en is woonachtig in de boerderij aan de [adres] , welk pand een rieten dak heeft dat ongeveer 65 jaar oud is.
( b) Op 28 oktober 2013 trok er een zware storm over Nederland als gevolg waarvan (naar [appellant sub 1] stelt) het rieten dak, de rietvorsten en de schoorsteen van zijn boerderij zijn beschadigd. Stormschade viel onder de (opstal)verzekering van [appellant sub 1] .
( c) Op 31 oktober 2013 heeft [X] op verzoek van [appellant sub 1] een offerte uitgebracht “t.b.v. herstel van de stormschade aan het rieten dak van uw schuur” (verder ook: de offerte). De geoffreerde werkzaamheden betreffen:
“Valbeveiliging aanbrengen (24m/8m hoog),
Gaas aanbrengen onder de nok, nok nieuw metselen
Alle draden vast naaien met rvsdraad en riet bijstoppen”.
De geoffreerde prijs bedraagt € 5.088,= inclusief btw. De door [X] getekende offerte is door [appellant sub 1] ondertekend aan [X] geretourneerd.
( d) In april/mei 2012 had [X] het onderste deel van het dak (volgens haar alleen aan de zuidzijde, volgens [appellant sub 1] ook aan de noordzijde) doorgedekt. Deze werkzaamheden zijn destijds op basis van uurtarief en gebruikte materialen door [X] aan [appellant sub 1] gefactureerd voor een bedrag van € 11.007,50, dat door [appellant sub 1] is betaald.
( e) [X] heeft in juli en augustus 2014 rietdekkerswerkzaamheden verricht aan (de zuidzijde van) het dak van de boerderij van [appellant sub 1] . [X] heeft [appellant sub 1] hiervoor twee facturen gestuurd, een gedateerd op 24 juli 2014 met nummer 2010121 ad € 4.390,= (inclusief btw) en een gedateerd op 21 augustus 2014 met nummer 2010128 ad € 10.276,60 (inclusief btw). Deze facturen vermeldden aanvankelijk als omschrijving “1ste termijn factuur” respectievelijk “Laatste termijn”.
( f) Bij e-mail van 1 september 2014 heeft [appellant sub 1] [X] onder meer bericht:
“Wilt u de factuur textueel aanpassen i.v.m. de stormschade voor de verzekering. Op de facturen moet staan Factuur wegens stormschade aan het rieten dak op lokatie [adres] . enz, u weet wel hoe dat in de praktijk moet”.
Bij e-mail van 3 september 2014 heeft [X] [appellant sub 1] aangepaste facturen toegestuurd. De omschrijving luidt nu respectievelijk: “1ste termijn factuur Herstel stormschade dak [adres] ” en “Herstel stormschade dak [adres] ”.
( g) Bij e-mail van 22 oktober 2014 te 14.08 uur (door [appellant sub 1] gelezen om 14.27 uur) heeft [X] [appellant sub 1] bericht:
“Als zojuist telefonisch besproken sturen wij u bijgaand de betalingsregeling”.
In een brief van dezelfde datum aan [appellant sub 1] schrijft [X] :
“N.a.v. onze eerdere mail (…) van vandaag heeft u begin deze middag telefonisch contact met ons gezocht. (…) zijn wij met elkaar een betalingsregeling overeengeko-men. Hierbij als volgt:
1ste betaling € 4.000,- bij ons binnen op 29 oktober a.s.
2de betaling € 4.000,- bij ons binnen op 12 november a.s.
3de betaling € 4.000,- bij ons binnen op 26 november a.s.
4de betaling € 2.800,- inclusief wettelijk geldende rente en administratiekosten, bij ons binnen op 11 december a.s.”
( h) Bij e-mail van 30 oktober 2014 heeft [X] [appellant sub 1] bericht:
“Hierbij sturen wij u nogmaals de betalingsregeling toe n.a.v. uw telefoontje (…) van vanmorgen. Wij zien uw betaling z.s.m. tegemoet. (…).”
( i) Bij e-mail van 3 november 2014 heeft [X] [appellant sub 1] meegedeeld:
“Hierbij de bevestiging van ons telefoongesprek van vrijdag 31 oktober jl. Hierin bevestigt u dat de openstaande rekeningen conform de (bijgaande) betalings-regeling dd. 22.10.2014 op donderdag 6 november a.s. door u aan ons zal worden voldaan.”
( j) Op 5 november 2014 heeft [appellant sub 1] een bedrag van € 4.000,= aan [X] betaald onder vermelding van “Deelbetaling 2010128”.
( k) Bij e-mail van 22 november 2014 heeft [appellant sub 1] [X] onder meer meegedeeld:
“Voor de zoveelste keer wijs ik u er op dat het werk niet is uitgevoerd volgens Offerte dd 31 okt 2013 (herstel stormschade 28 okt 2013) De litigieuze facturen zijn daarom niet conform de offerte, en de betalingsregelingen die u ons stuurde, conflicteren daardoor, en zijn door ons nooit toegezegd, en bevestigd. (...)
De taxateurs van de verzekering hebben de tekortkomingen gezien. (foto’s op ons kantoor aanwezig) (...)”
( l) Bij brief van 25 november 2014 heeft de toenmalige gemachtigde van [X] [appellant sub 1] (onder meer) meegedeeld:
“Middels dit schrijven bevestigen wij de zojuist telefonisch overeengekomen betalingsregeling. (...) Cliënte en u zijn overeengekomen dat u de hoofdsom en rente ad € 10.666,60 + de rente ad € 144,56, ten totale € 10.881,16 voor het einde van het jaar, derhalve voor 31 december 2014 zal voldoen. (…)”
( m) Bij ongedateerde brief van eind december 2014 heeft [appellant sub 1] [X] onder meer meegedeeld:
“Wij hebben nooit gezegd dat wij niet wilde betalen dat blijkt ook steeds uit de conversatie’s. (...)
De Prijs op de Offerte van 28 okt 2013 is € 5088, = incl (…) btw.
Wij houden ons aan deze offerte, en verzoeken u tevens om de stormschade te herstellen die nog niet is uitgevoerd.
(...)
[X] heeft niet conform de offerte 31 okt 2013 de werkzaamheden en werken uitgevoerd en opgeleverd.
De factuurbedragen zijn nooit en te nimmer door [appellant sub 1] erkend, ook al vanwege geen specificatie op de facturen.”
( n) Bij brief van 19 januari 2015 heeft [appellant sub 1] de toenmalige gemachtigde van [X] in reactie op diens (zich niet onder de processtukken bevindende) brief van 15 januari 2015 onder meer meegedeeld:
“(…)U zegt in uw brief dat de werkzaamheden die in onze opdracht bij ons zijn uitgevoerd niet enkel de werkzaamheden zoals omschreven in de offerte omvat. Daar is ons niets van bekend en dat is/wordt ook nergens mondeling en/of schriftelijk door ons bevestigd. Dit blijkt ook niet uit de tekst op de facturen die door [X] zijn opgesteld. (...) Er is nimmer een aanvullende opdracht verstrekt, buiten de offerte van 31 oktober 2013 om. Dit kunnen we bewijzen door middel van de taxateurs van onze Verzekeringsmaatschappij. (...) [appellant sub 1] is er vanuit gegaan dat factuur 2010128 de definitieve factuur was. En dat het betaalde voorschotbedrag ad. € 4.000,- hiermee verrekend zou worden. Factuur 2010121 zou dan niet meer van toepassing zijn omdat het een voorschotfactuur was. Dan nog zijn beide facturen, zeker tezamen, buitensporig hoog, niet gespecificeerd/onderbouwd en niet conform de offerte. Er is geen opdracht gegeven tot extra werkzaamheden, nogmaals dat is ook nooit schriftelijk bevestigd. Sterker nog: de werkzaamheden zoals omschreven in de offerte, zijn nooit volledig uitgevoerd. De nokvorsten zijn niet opnieuw gemetseld, er is geen gaas aangebracht onder de nok en aan de zijkanten en aan de Noorzijde van het dak zijn nog los liggende rietdelen (...)”
( o) [appellant sub 1] heeft het door [X] gefactureerde bedrag van € 14.666,60 – onder overlegging van de (aangepaste) facturen – bij zijn verzekeraar geclaimd en daarvan ook de uitkering verkregen.
( p) In eerste aanleg vorderde [X] (in conventie) de betaling van [appellant sub 1] van een bedrag van € 11.646,26 (€ 10.666,60 aan restant hoofdsom, € 97,99 aan rente, berekend tot de dag van de inleidende dagvaarding, en € 881,67 aan buitengerechtelijke incassokosten), te vermeerderen met verdere rente over € 10.666,60. In reconventie vorderde [appellant sub 1] , kort gezegd, herstel van het dak conform de offerte van 31 oktober 2013, zulks op straffe van de verbeurte van een dwangsom. Bij het bestreden vonnis heeft de kantonrechter de vordering van [X] toegewezen en die van [appellant sub 1] afgewezen, een en ander met verwijzing van [appellant sub 1] in de proceskosten van zowel de conventie als de reconventie.