In deze zaak gaat het om een verzoek tot verlof voor het leggen van conservatoir beslag door appellanten Mavic S.À.R.L. en een tweede appellant, tegen Picnic B.V. De appellanten zijn in hoger beroep gekomen van een beschikking van de voorzieningenrechter in de rechtbank Amsterdam, waarin het verzoek om beslagverlof werd afgewezen. De appellanten stellen dat zij schade hebben geleden door het gebruik van het portret van de tweede appellant in een commercial van Picnic, waarin een lookalike van hem te zien is. De commercial is een parodie op een eerdere reclame van Jumbo, waarin de echte appellant te zien is. De appellanten hebben geen toestemming gegeven voor het gebruik van het portret en hebben Picnic gesommeerd de commercial te verwijderen, wat ook is gebeurd. Ze vorderen een schadevergoeding van € 350.000,- en willen dit veiligstellen door middel van conservatoir beslag.
Het hof overweegt dat op een verzoek om verlof tot het leggen van conservatoir beslag beslist dient te worden na summier onderzoek. De vraag is of de door de appellanten aangevoerde gronden, uitgaande van de juistheid hiervan, tot een vordering kunnen leiden. Het hof concludeert dat er sterke twijfels zijn over de gegrondheid van de vordering op basis van artikel 21 van de Auteurswet, omdat de commercial niet het echte portret van de appellant toont, maar een lookalike. Bovendien is het niet aannemelijk dat de appellanten schade hebben geleden door de commercial, gezien het parodische karakter en de omstandigheden rondom de sponsorovereenkomst van de tweede appellant met Jumbo. Het verzoek om beslagverlof wordt afgewezen en de bestreden beschikking wordt bekrachtigd.