2.2[appellant] heeft als partijgetuige onder meer verklaard:
U houd mij voor r.o. 3.7 van het tussenarrest. Wat daar staat klopt helemaal.
U houd mij voor productie 12A bij de memorie van grieven. Mijn advocaat heeft onder 6.2 van de memorie van grieven opgeschreven wat daar staat en dat klopt. Ik maak elke dag aantekeningen in mijn agenda van de dingen die die dag gebeurd zijn. Ik schrijf op wie er hebben gewerkt, hoeveel uur en voor wie er is gewerkt. Dat doe ik i.v.m. de nacalculatie en om een factuur op te kunnen stellen. Op die dag hebben gewerkt [B] , dat is [B] , [C] , dat is [C] , [D] , dat is [D] , [G] , een collega die niet meer in beeld is, en [appellant] ben ikzelf.
Daarnaast maak ik ook een aantal notities over mijn auto i.v.m. mijn rittenadministratie.
(…) Op (…) 15 augustus 2011, heb ik onder andere genoteerd dat [bedrijfsnaam] weer terug was (ze waren vanwege de bouwvak weggeweest) en dat ik [A] direct heb gebeld. Dat was omdat wij met dat probleem van de ruiten zaten. Ik weet niet meer precies hoe laat ik [A] heb gebeld, maar ik dacht dat het aan het begin van de dag was. Ze waren net terug van de bouwvak dus die eerste dag zal voor hem een hectische dag zijn geweest. Ik weet absoluut zeker dat ik toen tegen hem heb gezegd dat de ruiten te groot waren. Hoe het gesprek verder verliep weet ik niet meer.
U houd mij voor productie 12B bij memorie van grieven. Ook hier heeft mijn advocaat juist verwoord wat daar in staat. Wel is het zo dat er later door mij is bijgeschreven “Bezoek Mijdrecht [F] / [E] ”. Wat er die dag gebeurd is het volgende: ik werkte voor [bedrijfsnaam] B.V. op CS Amsterdam, [C] , [D] , [G] en ikzelf hebben gewerkt en ook hoe lang wij hebben gewerkt, en er staat dat ik van mijn huis naar Amsterdam ben gereden om de jongens aan het werk te zetten en vervolgens naar Mijdrecht om het bezoek aan [F] te brengen. Ik had geen afspraak met [F] , maar ben in de auto gestapt en ben er heen gereden. Ik heb [F] verteld dat er een probleem was met de ruiten, omdat ze te groot waren. Dat gesprek vond plaats in de tekenkamer op de tweede of derde verdieping, in het bijzijn van de heer [E] . De heer [E] zei dat het eigenlijk niet kon dat de ruiten te groot waren, omdat ze door de computer uitgerekend waren. [F] zei tegen mij dat [E] zich voor zijn vakantie erg druk, bezorgd, had gemaakt over dit project. Het is namelijk erg ingewikkeld qua afmetingen, zwaarte en locatie. Alles ging met een kraan in een vrij kleine ruimte. Ik zei dat we dan toch een probleem hadden want de ruiten waren wel te groot. [F] liet mij weten dat ze het werk absoluut moest doorgaan. Ze zouden wel komen kijken, maar in de tussentijd moesten we gewoon doorgaan. Ik heb gezegd dat dat tot problemen zou leiden, omdat het glas in te kleine sponningen moest worden geplaatst. Wij hebben het tijdens het gesprek niet meer gehad over de reden waarom het project geen vertraging kon hebben, omdat dat voor ons allemaal heel duidelijk was. De metro in het Centraal Station moest namelijk tijdelijk worden stilgelegd.
Ook bij productie 12C bij memorie van grieven klopt wat mijn advocaat daarover heeft geschreven. Deze notitie betreft het bezoek van [bedrijfsnaam] op 24 augustus 2011. Hier was een afspraak voor gemaakt, [A] zou om 09:00 uur op het werk zijn. We zijn eerst begonnen met een kopje koffie aan tafel met de jongens erbij. Ik weet niet zeker meer of we toen al over de te grote ruiten hebben gesproken. We zijn toen met de jongens naar het werk gegaan, beneden. Ik heb hem alle problemen laten zien, het te grote glas, de afwerkingen van de kitranden, en we hebben het over de mogelijke oorzaken van de problemen gehad. Ik heb gezegd dat het zo niet kan en dat hij nieuwe ruiten moest bestellen. [A] zei: geen sprake van, het moet dicht. [A] is heel koel, hij is niet iemand die zich druk maakt. Bij het gesprek met [A] over de te grote ruiten, waren de jongens aanwezig. Mijn collega’s hebben absoluut alles gehoord wat ik met [A] besprak. U vraagt mij of de jongens zich in het gesprek hebben gemengd. Ik moet een beetje lachen als u mij deze vraag stelt. Zij hebben heel duidelijk hun mening over het glas te kennen gegeven. Ik herinner mij dat [C] zich nogal druk heeft gemaakt dat het werk toch dicht moest, omdat hij bang was dat het anders terug gerekend zou worden op ons. Daar werd door [F] koel op gereageerd.
Op de vragen van mr. Van der Blom antwoord ik als volgt:
U stelt nadere vragen over de bijeenkomst van 24 augustus 2011 en of ik over de gevolgen van het te grote glas heb gesproken. Dat zal ongetwijfeld, want dat hoort bij het spelletje. Ik zal hebben verteld dat je de kans hebt dat je de metalen dragers niet kan plaatsen, dat de promatec brandwerende blokjes niet kan plaatsen, horizontaal en verticaal kunnen de afstandbussen niet worden geplaatst. Kortom dit is vragen om breuk. De reactie van [A] was simpel: haal de dragers maar weg, haal de blokjes maar weg en laat de bussen maar weg. Er werd zelfs gesuggereerd om de promatec op de kopse kant van het glas te verwijderen.
Naar aanleiding van productie 12E bij mvg verklaar ik als volgt: die productie maakt melding van een ruit, D2, waarbij staat vermeld “on hold”. On hold betekent dat die ruit niet besteld zou worden, omdat het werk gewoon dicht moest, en dat is een besluit geweest dat [A] mij ook op 24 augustus 2011 heeft medegedeeld. Deze ruit was aanzienlijk te groot dus het probleem betrof ook het omtrekspeling.
(…)
Van [A] kreeg ik geen opdracht om bij het reeds gemonteerde glas het glas passend te krijgen door bijvoorbeeld de bussen te verwijderen, maar die opdrachten betroffen alleen het te grote glas dat nog gemonteerd moest worden.