ECLI:NL:GHAMS:2017:1624
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- J.M.C. Louwinger-Rijk
- A.N. van de Beek
- W.K. van Duren
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot uithuisplaatsing van een pasgeboren kind na ingrijpende omstandigheden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 25 april 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot uithuisplaatsing van een pasgeboren kind, [kind e]. De moeder, die alleen het gezag over haar kinderen uitoefent, had in eerste aanleg een beschikking gekregen van de kinderrechter die het ongeboren kind onder toezicht stelde van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Regio Amsterdam (GI) en een machtiging tot uithuisplaatsing verleende. De moeder ging hiertegen in hoger beroep. Het hof oordeelde dat een uithuisplaatsing, zeker kort na de geboorte, een zeer ingrijpende inbreuk op het family life is en alleen gerechtvaardigd kan worden bij zeer zwaarwegende redenen. Het hof concludeerde dat op dat moment niet voldaan was aan de gronden voor uithuisplaatsing. De moeder had een enkelband en verbleef bij Stichting Exodus, waar zij 24-uurs begeleiding kreeg. Het hof stelde vast dat het goed ging met [kind e] en dat er geen concrete aanwijzingen waren dat de huidige opvoedsituatie onveilig was. De zorgen van de GI en de Raad voor de Kinderbescherming over de opvoedcapaciteiten van de moeder waren onvoldoende om een uithuisplaatsing te rechtvaardigen. Het hof vernietigde de eerdere beschikking en wees het verzoek tot uithuisplaatsing af, met de nadruk op het belang van continuïteit in de begeleiding van de moeder en het kind.