ECLI:NL:GHAMS:2017:1600
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake gezag over een kind met psychische problematiek van de moeder
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 25 april 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vraag of de moeder met het gezag over haar kind kan worden belast. De moeder, die psychische problemen en zwakbegaafdheid heeft, verzoekt om met het gezag over haar kind belast te worden, terwijl het kind sinds zijn geboorte in een netwerkpleeggezin verblijft. Het hof heeft eerder op 20 december 2016 een tussenbeschikking gegeven en de moeder in de gelegenheid gesteld om haar standpunten schriftelijk toe te lichten. De Raad voor de Kinderbescherming en de gecertificeerde instelling (GI) hebben hun bezwaren geuit tegen de toewijzing van het verzoek van de moeder, waarbij zij wijzen op de gegronde vrees dat de belangen van het kind verwaarloosd worden indien de moeder het gezag terugkrijgt. Het hof heeft vastgesteld dat de moeder niet in staat is om de benodigde opvoedingsvaardigheden te ontwikkelen en dat er geen waarborgen zijn voor de veiligheid van het kind in het huidige pleeggezin. De moeder heeft grote bezwaren tegen de plaatsing van het kind en heeft contact met het kind afgehouden. Het hof concludeert dat het verzoek van de moeder moet worden afgewezen en benoemt de William Schrikker Stichting tot voogd over het kind. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en de eerdere beschikking van de rechtbank is vernietigd.