Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
- kleding;
- verjaardagscadeaus voor [kind a] en [kind b] ;
- cadeautje voor jarig vriendje/vriendinnetje;
- medische kosten, contributie sportclub/zwemles;
- kosten kinderopvang;
- betalingen voor schoolse aangelegenheden (zoals: tussenschoolse opvang, ouderbijdrage, schoolreisjes);
- toekomstig zakgeld,
de vrouwis het volgende gebleken.
de manis het volgende gebleken.
4.De omvang van het geschil
- jaarstukken van zijn onderneming over de jaren 2011, 2012 en 2013;
- informatie met betrekking tot de overdracht/verkoop van zijn onderneming;
- informatie met betrekking tot de inkomsten die de man geniet uit verhuur van het onroerend goed;
- overige informatie noodzakelijk voor het berekenen van het netto inkomen van de man.
€ 149,50 ter zake de zorgkosten, beide bedragen uiterlijk te voldoen op de eerste dag van iedere maand.
5.De motivering van de beslissing
70% [NBI - (0,3 NBI + € 875,-)] , nu het een netto besteedbaar inkomen betreft dat hoger is dan € 1.550,- per maand. Deze benadering houdt in dat aan de zijde van de man het draagkrachtloos inkomen wordt vastgesteld op 30% van het netto besteedbaar inkomen ter zake van forfaitaire woonlasten vermeerderd met een bedrag van € 875,- aan overige lasten en dat van het bedrag, dat van het netto besteedbaar inkomen resteert na aftrek van dit draagkrachtloos inkomen, 70% beschikbaar is voor kinderalimentatie.