ECLI:NL:GHAMS:2017:1321

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
19 april 2017
Publicatiedatum
20 april 2017
Zaaknummer
23-004518-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake diefstal van een fiets met braak

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 19 april 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1989 en zonder vaste woon- of verblijfplaats, was eerder veroordeeld voor diefstal van een fiets (merk Modena) op 8 oktober 2016 te Amsterdam. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 10 dagen met een proeftijd van twee jaar. De advocaat-generaal vorderde eenzelfde straf in hoger beroep.

Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd, omdat dit slechts een aantekening was en niet voldeed aan de eisen van een vonnis. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal door middel van braak, waarbij hij de metaaldraad van het slot van de fiets doorknipte. Het hof heeft de ernst van de feiten en de recidive van de verdachte in overweging genomen. De verdachte had eerder onherroepelijk veroordelingen op zijn naam staan en was in een proeftijd van een eerdere veroordeling.

Uiteindelijk heeft het hof de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 5 dagen, omdat de eerdere straf niet voldeed aan de ernst van het bewezen verklaarde. Het hof heeft de toepasselijke artikelen van het Wetboek van Strafrecht genoemd en de beslissing is genomen in een openbare terechtzitting. De uitspraak is gedaan door een meervoudige strafkamer, waarbij mr. R.A.F. Gerding niet in staat was om het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
Parketnummer: 23-004518-16
Datum uitspraak: 19 april 2017
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 29 november 2016 in de strafzaak onder parketnummer 13-205112-16 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1989,
zonder vaste woon-of verblijfplaats hier te lande.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 5 april 2017.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 8 oktober 2016 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fiets (merk Modena), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die/dat weg te nemen voornoemde fiets onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.
Nadere bewijsoverweging
Het verweer van de raadsman dat de verdachte dient te worden vrijgesproken omdat niet wettig bewezen kan worden dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, vindt zijn weerlegging in de gebezigde bewijsmiddelen, zodat het geen verdere bespreking behoeft.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 8 oktober 2016 te Amsterdam, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een fiets (merk Modena), toebehorende aan een ander dan aan verdachte, waarbij verdachte voornoemde fiets onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.

Strafbaarheid van de verdachte

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De politierechter in de rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Daarbij is in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal van een fiets door middel van braak. Hij heeft in het holst van de nacht op brutale wijze een aantal keren geprobeerd om sloten van geparkeerde fietsen open te breken, met behulp van een metalen voorwerp dat hij in een tas bij zich droeg. Bij de onderhavige fiets heeft hij de metaaldraad van het slot met een tang doorgeknipt en heeft hij de fiets weggenomen. Fietsendiefstal levert in Amsterdam veel overlast op en veroorzaakt voor de benadeelde schade en ergernis.
De verdachte is blijkens een hem betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 20 maart 2017 herhaaldelijk eerder onherroepelijk veroordeeld. Bovendien heeft hij het bewezen feit gepleegd terwijl hij in een proeftijd van een eerdere voorwaardelijke veroordeling liep. In het nadeel van de verdachte wordt meegewogen dat hij hieruit kennelijk geen lering heeft getrokken.
Naar het oordeel van het hof kan niet worden volstaan met een straf zoals door de advocaat-generaal gevorderd en door de politierechter opgelegd, omdat daarin de ernst van het bewezen verklaarde onvoldoende tot uitdrukking komt, bezien in het licht van de recidive van de verdachte. Niet gebleken is dat de verdachte, die naar eigen zeggen met een heroïneverslaving kampt, in staat is een taakstraf te verrichten. Het hof acht, alles afwegende, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) dagen.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. W.M.C. Tilleman, mr. J.J.I. de Jong en mr. R.A.F. Gerding, in tegenwoordigheid van mr. L. Voet, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 19 april 2017.
mr. R.A.F. Gerding is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
[…]