ECLI:NL:GHAMS:2017:1285
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep kort geding
- A.F.G.T. Hofmeijer-Rutten
- W.A.H. Melissen
- A.J. Akkermans
- Rechtspraak.nl
Toegangsverbod winkelcentrum wegens ongewenst gedrag en seksuele intimidatie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding dat is ingesteld door [appellant] tegen Wereldhave Management Nederland B.V. [appellant] heeft in eerste aanleg een vordering ingesteld om het aan hem opgelegde toegangsverbod tot het winkelcentrum [X] op te heffen. Dit verbod was opgelegd vanwege zijn ongewenste gedragingen en seksuele intimidatie richting jonge vrouwelijke medewerkers van de winkels in het winkelcentrum. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van [appellant] afgewezen, wat heeft geleid tot het hoger beroep.
De feiten van de zaak zijn als volgt: [appellant] heeft zich herhaaldelijk schuldig gemaakt aan ongewenst gedrag, waaronder het maken van ongepaste opmerkingen en het benaderen van jonge kassières via sociale media. Dit gedrag heeft geleid tot klachten van meerdere medewerkers en uiteindelijk tot een winkelverbod dat op 12 juli 2016 aan [appellant] is opgelegd. In zijn hoger beroep heeft [appellant] betoogd dat het verbod onrechtmatig is en dat zijn belangen zwaarder wegen dan die van Wereldhave.
Het hof heeft geoordeeld dat Wereldhave het recht heeft om derden de toegang tot haar eigendom te ontzeggen, mits dit niet in strijd is met de rechten van anderen. Het hof heeft vastgesteld dat [appellant] zich niet heeft aangepast aan de verzoeken om zijn gedrag te staken en dat zijn gedragingen door de medewerkers als zeer onprettig zijn ervaren. Het hof heeft geconcludeerd dat het opleggen van het toegangsverbod niet onrechtmatig was en dat er geen sprake was van misbruik van recht. De grieven van [appellant] zijn verworpen en het vonnis van de voorzieningenrechter is bekrachtigd.