3.2.Kort gezegd gaat het in deze zaak om het volgende.
3.2.1.Bij Koninklijk Besluit van 30 januari 2013, nr. 13.000152, is aan [mr. X] (hierna: [mr. X] ) met ingang van 1 februari 2013 op zijn verzoek ontslag verleend uit zijn ambt van notaris gevestigd in de gemeente [plaats] . Sindsdien is het protocol (protocol [nummer] ) van [mr. X] vacant.
3.2.2.[mr. X] voerde zijn notarispraktijk door tussenkomst van een rechtspersoon ( [rechtspersoon] ), handelend onder de naam [notarispraktijk] , waarvan hij enig aandeelhouder was. In januari 2013 heeft [mr. X] alle aandelen in [notarispraktijk] verkocht en geleverd aan de kandidaat-notaris, als zodanig werkzaam op dit notariskantoor.
3.2.3.In februari 2013 heeft de voorzitter van de kamer de kandidaat-notaris benoemd tot waarnemer van het protocol met de overige notariële bescheiden van [mr. X] met ingang van 1 februari 2013 tot 1 februari 2014.
3.2.4.Bij beslissing van 30 januari 2014 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de kamer de benoeming van de kandidaat-notaris tot waarnemer van het protocol met de overige notariële bescheiden van [mr. X] verlengd tot 1 augustus 2014. De kamer heeft bij vergadering van 29 januari 2014 ingestemd met het voornemen van haar plaatsvervangend voorzitter de waarneming te verlengen en daarmee ontheffing verleend als bedoeld in artikel 29 lid 4 Wet op het notarisambt (Wna).
3.2.5.Bij beslissing van 31 juli 2014 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de kamer de benoeming van de kandidaat-notaris tot waarnemer van het protocol met de overige notariële bescheiden van [mr. X] verlengd tot 1 december 2014. De kamer heeft bij vergadering van 9 juli 2014 ingestemd met het voornemen van haar plaatsvervangend voorzitter de waarneming (nogmaals) te verlengen en daarmee ontheffing verleend als bedoeld in artikel 29 lid 4 Wna.
3.2.6.De kandidaat-notaris heeft bij brief van 30 juli 2014 een verzoek om benoeming tot notaris in het vacante protocol van [mr. X] bij de KNB ingediend. Dit verzoek heeft de kandidaat-notaris ingetrokken nadat de voorzitter van de Commissie toegang notariaat als bedoeld in artikel 8 lid 2 Wna hem had meegedeeld dat de Commissie toegang notariaat voornemens was de staatssecretaris negatief te adviseren omtrent het benoemingsverzoek.
3.2.7.Bij beslissing van 24 november 2014 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de kamer de benoeming van de kandidaat-notaris tot waarnemer van het protocol met de overige notariële bescheiden van [mr. X] niet verder verlengd.
3.2.8.Bij beslissing van 28 november 2014 heeft de voorzitter van de kamer (onder meer)
[kandidaat-notaris] , kandidaat-notaris te [plaats] , benoemd tot waarnemer van het protocol met de overige notariële bescheiden van [mr. X] , met ingang van 1 december 2014 tot 1 december 2015.
3.2.9.Op 1 december 2014 heeft de kandidaat-notaris hoger beroep ingesteld bij dit hof tegen de beslissingen van de (plaatsvervangend) voorzitter van de kamer van 24 november 2014 en 28 november 2014.
3.2.10.Bij beslissing van 17 februari 2015 (ECLI:NL:GHAMS:2015:413) heeft dit hof (onder meer) de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter van de kamer van 24 november 2014 vernietigd en de benoeming van de kandidaat-notaris tot waarnemer van het protocol en de overige notariële bescheiden van [mr. X] verlengd voor de duur van een jaar, dus van 1 december 2014 tot 1 december 2015 en daartoe ontheffing verleend als bedoeld in artikel 29 lid 4 Wna. 3.2.11.Sinds juni 2015 is de notaris als tweede protocolhouder (protocol [nummer] ) werkzaam op het notariskantoor [notarispraktijk] .
3.2.12.Bij brief van 19 november 2015 heeft de gemachtigde van de kandidaat-notaris de kamer verzocht om ontheffing van de termijn van een jaar als bedoeld in artikel 29 lid 4 Wna. De kamer heeft bij beslissing van 25 november 2015 de gevraagde ontheffing verleend met dien verstande dat de termijn van waarneming is verlengd voor de duur van een half jaar, dus tot 1 juni 2016. De kamer heeft daartoe (voor zover hier relevant) het volgende overwogen.
“ [kandidaat-notaris] beschikt over een nieuw goedgekeurd ondernemingsplan. Vast is komen te staan dat [kandidaat-notaris] in afwachting is van een bericht van de Commissie van Deskundigen of zijn ondernemingsplan gewijzigd dient te worden. Niet is gebleken van omstandigheden die leiden tot een ander oordeel dan overwogen in voornoemde beslissing van het Hof. Nu de benoemingsprocedure nog lopende is, zal de Kamer instemmen met een verlenging van de waarneming voor de duur van een half jaar, aangezien het goedgekeurde ondernemingsplan een geldigheidsduur heeft van één jaar (goedgekeurd in maart 2015). De Kamer gaat er daarbij van uit dat het benoemingsverzoek van [kandidaat-notaris] binnen korte termijn wordt ingediend en dat de Kamer op de hoogte wordt gehouden van de voortgang in de benoemingsprocedure van [kandidaat-notaris] .”
3.2.13.Bij brief van 10 mei 2016 heeft de gemachtigde van de kandidaat-notaris de kamer verzocht om ontheffing van de termijn van een jaar als bedoeld in artikel 29 lid 4 Wna. De kamer heeft bij beslissing van 27 mei 2016 de gevraagde ontheffing verleend met dien verstande dat de termijn van waarneming is verlengd voor de duur van een half jaar, dus tot 1 januari 2017. De kamer heeft daartoe (voor zover hier relevant) het volgende overwogen.
“Vast is komen te staan dat [kandidaat-notaris] in afwachting is van een bericht van de Commissie van Deskundigen of zijn ondernemingsplan wordt goedgekeurd. Niet is gebleken van omstandigheden die leiden tot een ander oordeel dan overwogen in voornoemde beslissing van het Hof. Nu de benoemingsprocedure nog lopende is, zal de Kamer instemmen met een verlenging van de waarneming voor de duur van een half jaar (conform verzoek). De Kamer is wel van oordeel dat het niet wenselijk is deze situatie eindeloos te laten voortduren, reden waarom de Kamer nu reeds aangeeft dat [kandidaat-notaris] er ernstig rekening mee dient te houden dat een volgend ontheffingsverzoek, bijzondere omstandigheden daargelaten, niet zal worden ingewilligd.”
3.2.14.Op 14 oktober 2016 heeft de Commissie van deskundigen als bedoeld in artikel 7 lid 2 Wna positief geadviseerd over het ondernemingsplan van de kandidaat-notaris.
3.2.15.De kandidaat-notaris heeft bij brief van 28 november 2016 een (hernieuwd) verzoek om benoeming tot notaris in het vacante protocol van [mr. X] bij de KNB ingediend.
3.2.16.Bij brief van 29 november 2016 heeft de gemachtigde van de kandidaat-notaris de voorzitter van de kamer verzocht de benoeming van de kandidaat-notaris tot waarnemer van het protocol en de overige notariële bescheiden van [mr. X] nader te verlengen tot en met 30 juni 2017. Dit verzoek impliceerde tevens een verzoek aan de kamer tot verlenging van de periode van waarneming en de daarvoor nodige ontheffing op de voet van artikel 29 lid 4 Wna. De kamer heeft dit verzoek op 14 december 2016 mondeling behandeld. Tijdens deze zitting heeft de kandidaat-notaris de twee notaris-leden van de kamer gewraakt, waarop de zitting is geschorst. Bij beslissing van 22 december 2016 heeft de president van dit hof de behandeling van het wrakingsverzoek van de kandidaat-notaris verwezen naar de kamer voor het notariaat in het ressort ’s-Hertogenbosch.
3.2.17.In afwachting van de verlening van de ontheffing door de kamer van de termijn van een jaar als bedoeld in artikel 29 lid 4 Wna, heeft de voorzitter van de kamer bij beslissing van 30 december 2016 (wegens bijzondere omstandigheden en het spoedeisend karakter) ambtshalve voorzien in de waarneming van het protocol en de overige notariële bescheiden van [mr. X] . Daarbij is de notaris met ingang van 1 januari 2017 tot 13 februari 2017, dus voor de duur van ten hoogte zes weken, benoemd tot waarnemer.
3.2.18.De kamer heeft op 18 januari 2017 zoals hersteld bij beschikking van 23 maart 2017 ambtshalve ontheffing verleend van de aan de waarneming gestelde termijn van één jaar en de termijn van waarneming door de notaris verlengd tot twee weken nadat de Commissie toegang notariaat haar advies op het verzoek van de kandidaat-notaris tot benoeming heeft gegeven, maar uiterlijk tot 30 juni 2017.