ECLI:NL:GHAMS:2017:1237

• Datum uitspraak: 11 april 2017
• Publicatiedatum: 12 april 2017
• Zaaknummer: 200.209.422/01 NOT
• Instantie: Gerechtshof Amsterdam
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Civiel recht
• Procedures: Hoger beroep
• Rechters: J.H. Lieber; J.M. de Jongh; J.W. van Zaane
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Hoger beroep van kandidaat-notarissen tegen benoeming waarnemer van notariële bescheiden

In deze zaak hebben de kandidaat-notarissen hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter van de kamer voor het notariaat, die de notaris had benoemd tot waarnemer van het protocol en de overige notariële bescheiden van mr. X. Het hoger beroep werd ingediend op 15 februari 2017, tegen een beslissing van 9 februari 2017 van de kamer in het ressort Den Haag. De zaak werd behandeld tijdens een openbare terechtzitting op 30 maart 2017, waar de kandidaat-notaris en zijn gemachtigde, mr. G.L. Maaldrink, verschenen en het woord voerden aan de hand van een pleitnotitie.

Echter, voor het einde van de zitting op 30 maart 2017 trok de gemachtigde van de notarissen het hoger beroep in. Het hof heeft vervolgens geoordeeld dat, nu het hoger beroep was ingetrokken, de notarissen niet in het hoger beroep konden worden ontvangen. De beslissing van het hof werd op 11 april 2017 openbaar uitgesproken door de rolraadsheer. De notarissen zijn daarmee niet-ontvankelijk verklaard in hun hoger beroep.

Uitspraak

beslissing

___________________________________________________________________ _ _

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht

zaaknummer : 200.209.422/01 NOT

beslissing van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer van 11 april 2017

inzake

1. [kandidaat-notaris] ,

kandidaat-notaris te [plaats] ,

2. [notaris] ,

notaris te [plaats] ,

appellanten,

gemachtigde: mr. G.L. Maaldrink, advocaat te Den Haag.

1. Het geding in hoger beroep

1.1.

Appellanten (hierna afzonderlijk: de kandidaat-notaris en de notaris, tezamen te noemen: de notarissen) hebben op 15 februari 2017 een beroepschrift – met bijlagen – bij het hof ingediend tegen de aan deze beslissing gehechte beslissing van de voorzitter van de kamer voor het notariaat in het ressort Den Haag (hierna: de kamer) van 9 februari 2017.

1.2.

De zaak is tegelijkertijd, maar niet gevoegd, met de zaak met nummer 200.206.984/01 NOT behandeld ter openbare terechtzitting van het hof van 30 maart 2017. De kandidaat-notaris en de gemachtigde zijn verschenen en hebben het woord gevoerd; de gemachtigde aan de hand van een aan het hof overgelegde pleitnotitie.

1.3.

Voor het einde van de terechtzitting op 30 maart 2017 heeft de gemachtigde van de notarissen het hoger beroep namens de notarissen ingetrokken.

2. Beoordeling

Nu de notarissen het hoger beroep hebben ingetrokken, kunnen de notarissen niet in het hoger beroep worden ontvangen.

3. Beslissing

Het hof verklaart de notarissen niet-ontvankelijk in het hoger beroep.

Deze beslissing is gegeven door mrs. J.H. Lieber, J.M. de Jongh en J.W. van Zaane en in het openbaar uitgesproken op 11 april 2017 door de rolraadsheer.