Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.De feiten
Wat zijn de opgepotte winsten in [B.V. 1] , [B.V. 2] en [B.V. 3] per 1 augustus 2009?
Wilt u daarbij zoveel mogelijk in aanmerking nemen de opgenomen rekening-courantbedragen en tevens zoveel mogelijk opgave doen waaraan de opnames zijn uitgegeven?
Wilt u uw licht laten schijnen op alle mogelijke fiscale aspecten (latente belastingen daaronder begrepen) en de eventuele gevolgen daarvan voor het eventueel uit te keren bedrag?”
3.Beoordeling van het hoger beroep
rapport van feitelijke bevindingen” van A.L.H. van Herwijnen & co accountants gedateerd 6 oktober 2016. In dit rapport geeft de accountant Van Oort aan dat de (geconsolideerde) opgepotte winst per 1 augustus 2009 circa € 315.000,- negatief bedraagt. De vrouw wijst erop dat het eenzijdig opgemaakte stukken betreffen en dat partijen daarnaast nog een discussie voeren over privé onttrekkingen al dan niet geboekt in rekening-courant van de ondernemingen en de gevolgen daarvan.
aan onze rapportage geen zekerheid kan worden ontleend omtrent de getrouwheid van het cijfermateriaal en toelichtingen daarop”. Hoewel de deskundige blijkens het proces-verbaal van de regiezitting van 24 november 2016 heeft aangegeven dat het rapport hem gedegen voorkomt, en ook het hof geenszins kan uitsluiten dat de door de rechtbank benoemde deskundige tot een vergelijkbare gevolgtrekking komt als de accountant die door de man is ingeschakeld, heeft de door de rechtbank benoemde deskundige tevens verklaard dat hij de onderliggende stukken niet heeft gezien.