ECLI:NL:GHAMS:2017:1193
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van appel door niet overnemen van geding door bewindvoerder
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 4 april 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep. De appellante, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. C.J.P. Liefting, was in hoger beroep gegaan tegen Woningstichting Eigen Haard. Het hof heeft vastgesteld dat de goederen van appellante na het bestreden vonnis onder bewind zijn gesteld. De bewindvoerder van appellante heeft echter in een e-mail van 22 december 2016 aangegeven het geding niet als formele procespartij te hebben overgenomen. Dit heeft geleid tot de conclusie dat appellante niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar appel, omdat er geen rechtsgeldige opdracht aan haar advocaat tot het instellen van het hoger beroep heeft bestaan. Het hof heeft voorts het voornemen uitgesproken om mr. Liefting in de proceskosten te veroordelen, aangezien Eigen Haard in het gelijk wordt gesteld. De zaak is verwezen naar de rol van 18 april 2017 voor een akte van mr. Liefting, waarop Eigen Haard bij antwoordakte zal mogen reageren. Het hof heeft iedere verdere beslissing aangehouden.