ECLI:NL:GHAMS:2017:1173
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verlenging ondertoezichtstelling van een minderjarige met ontwikkelingsbedreiging
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 4 april 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna aangeduid als [de minderjarige]. De ondertoezichtstelling was oorspronkelijk ingesteld op 15 juli 2013 vanwege ernstige zorgen over de ontwikkeling van [de minderjarige], die destijds gedragsproblemen vertoonde en in contact kwam met de politie. De kinderrechter had op 12 oktober 2016 een verzoek van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Regio Amsterdam (hierna: de GI) om verlenging van de ondertoezichtstelling afgewezen, wat de GI deed besluiten in hoger beroep te gaan.
Tijdens de mondelinge behandeling op 30 januari 2017 werd duidelijk dat de moeder van [de minderjarige] en de GI moeite hadden om samen te werken. De moeder ontkende de zorgen over [de minderjarige] en was niet bereid om de noodzakelijke hulpverlening te accepteren. De GI betoogde dat er nog steeds sprake was van een ernstige bedreiging in de ontwikkeling van [de minderjarige], en dat het noodzakelijk was dat de GI zicht hield op zijn ontwikkeling, de opvoedsituatie bij de moeder en zijn schoolprestaties.
De moeder voerde aan dat de situatie van [de minderjarige] verbeterd was en dat er geen ernstige problematiek meer was. Het hof oordeelde echter dat de gronden voor verlenging van de ondertoezichtstelling nog steeds aanwezig waren, gezien de eerdere problematiek en het gebrek aan samenwerking met de hulpverlening. Het hof vernietigde de beschikking van de kinderrechter en verlengde de ondertoezichtstelling van [de minderjarige] tot 15 april 2017, met als doel hem de nodige handvatten te bieden om te leren omgaan met zijn diagnose PDD-NOS.