ECLI:NL:GHAMS:2017:114
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- G.B.C.M. van der Reep
- A.R. Sturhoofd
- C.M.J. Peters
- Rechtspraak.nl
Huwelijksvermogensrecht en verdeling van de wettelijke gemeenschap van goederen met regresvordering doorlopend krediet
In deze zaak gaat het om een hoger beroep betreffende de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap na de echtscheiding van partijen, die in 2007 zijn gehuwd en op 29 april 2015 zijn gescheiden. De vrouw heeft in hoger beroep de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 27 januari 2016 aangevochten, waarin de wijze van verdeling van de ontbonden huwelijksgemeenschap is vastgesteld. De vrouw en de man strijden over de toedeling van een auto, de verdeling van de inboedel en de draagplicht voor een doorlopend krediet bij de ABN Amro Bank. Het hof heeft de feiten vastgesteld op basis van de eerdere beschikking en de ingediende stukken. De vrouw heeft vier grieven ingediend, terwijl de man incidenteel hoger beroep heeft ingesteld. Het hof heeft de grieven van de vrouw verworpen en de verzoeken van de man gedeeltelijk toegewezen, waaronder de mogelijkheid van regres voor de man op de vrouw voor de door hem betaalde bedragen in verband met het doorlopend krediet. De vrouw is ook veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 216,67 aan de man voor kosten die hij heeft gemaakt om de woning verkoopklaar te maken. De beslissing van het hof is op 17 januari 2017 uitgesproken.