Uitspraak
1.Het geding in hoger beroep
2.Stukken van het geding
3.Feiten
3 september 2014 (hierna: de vaststellingsovereenkomst).
€ 145.000,00.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft klaagster een klacht ingediend tegen een notaris, omdat deze op 7 november 2014 een hypotheekakte heeft verleden zonder de vereiste schriftelijke toestemming van klaagster, die als eerste hypotheekhouder fungeerde. Klaagster verwijt de notaris dat hij niet heeft gehandeld zoals van een redelijk handelend en bekwaam notaris mag worden verwacht. De kamer voor het notariaat heeft de klacht gegrond verklaard en de notaris een waarschuwing opgelegd. Het hof bevestigt deze beslissing en stelt dat de notaris in beginsel reden heeft om zijn medewerking te weigeren indien zijn handelen een onrechtmatige daad jegens een derde kan opleveren. De notaris had echter de belangen van alle betrokken partijen moeten afwegen, en het hof oordeelt dat hij niet voldoende rekening heeft gehouden met de rechten van klaagster. De notaris had moeten beseffen dat het vestigen van een tweede hypotheek zonder toestemming van de eerste hypotheekhouder in strijd was met de eerder overeengekomen voorwaarden. Het hof concludeert dat de klacht terecht gegrond is verklaard en bevestigt de maatregel van waarschuwing.