ECLI:NL:GHAMS:2017:1061
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- R.J.M. Smit
- J.C.W. Rang
- M.J. Schaepman-de Bruijne
- Rechtspraak.nl
Huurwoning en tijdelijke verhuur onder de Leegstandwet; opzegging huurovereenkomst wegens woonfraude
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen een vonnis van de kantonrechter in Amsterdam, waarin de huurovereenkomst tussen [appellant] en STICHTING STADGENOOT is beëindigd. De huurovereenkomst was tijdelijk en gebaseerd op de Leegstandwet. De verhuurder, Stadgenoot, heeft de overeenkomst opgezegd wegens vermoedelijke woonfraude door [appellant]. De kantonrechter heeft de vorderingen van Stadgenoot toegewezen, wat [appellant] in hoger beroep aanvecht.
De feiten zijn als volgt: Stadgenoot heeft de woning aan [appellant] verhuurd op basis van een tijdelijke huurovereenkomst, met een vergunning van de gemeente Amsterdam. De huurovereenkomst bevatte bepalingen die de huurder verplichtten om de woning zelf te bewonen. Stadgenoot heeft de overeenkomst opgezegd, omdat zij vermoedde dat [appellant] de woning niet zelf bewoonde en deze aan derden in gebruik had gegeven. [appellant] betwistte dit en voerde aan dat de opzegging misbruik van recht was.
Het hof oordeelt dat [appellant] de stellingen van Stadgenoot onvoldoende heeft weersproken. Het hof concludeert dat de opzegging van de huurovereenkomst niet onaanvaardbaar is en bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter. [appellant] wordt veroordeeld in de kosten van het hoger beroep.