ECLI:NL:GHAMS:2017:1039
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- R.G. Kemmers
- A.V.T. de Bie
- P.J.W.M. Sliepenbeek
- Rechtspraak.nl
Wijziging van kinder- en partneralimentatie in hoger beroep met betrekking tot draagkracht en ingangsdatum
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 28 maart 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van de kinder- en partneralimentatie tussen partijen, die in 1985 zijn gehuwd en in 2011 zijn gescheiden. De man, verzoeker in het principaal hoger beroep, heeft de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 28 april 2016 aangevochten, waarin de alimentatieverplichtingen waren vastgesteld. De vrouw, verzoeker in het incidenteel hoger beroep, heeft verweer gevoerd en verzocht om een verhoging van de alimentatiebedragen. Het hof heeft vastgesteld dat de man een eenmanszaak heeft en dat zijn draagkracht is gedaald, wat invloed heeft op de alimentatieverplichtingen. De man heeft zijn draagkracht betwist en verzocht om een lagere bijdrage voor de kinderalimentatie en om de partneralimentatie op nihil te stellen. De vrouw heeft daarentegen verzocht om de alimentatie te handhaven of te verhogen. Het hof heeft de ingangsdatum van de gewijzigde alimentatie vastgesteld op 8 juni 2015, de datum van indiening van het verzoek in eerste aanleg. Na beoordeling van de financiële situatie van beide partijen heeft het hof de kinderalimentatie vastgesteld op € 351,- per maand en de partneralimentatie op nihil. Het hof heeft ook bepaald dat, indien de man meer heeft betaald dan de vastgestelde bedragen, de vrouw dat meerdere niet hoeft terug te betalen, gezien de financiële situatie van beide partijen.