Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[APPELLANT SUB 1]
[APPELLANTE SUB 2] ,
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak gaat het om de vraag of de Nederlandse rechter bevoegd is om kennis te nemen van een geschil tussen appellanten en geïntimeerde, dat voortvloeit uit een bemiddelingsovereenkomst met betrekking tot de aankoop van onroerend goed in Portugal. De appellanten, die in 2002 een stuk grond in Portugal hebben gekocht, hebben de geïntimeerde, die een onderneming in onroerend goed in de Algarve drijft, aangeklaagd wegens tekortkomingen in de nakoming van de bemiddelingsovereenkomst. De rechtbank Amsterdam had zich onbevoegd verklaard, maar het hof oordeelt dat de Nederlandse rechter op basis van de EEX-Verordening bevoegd is, omdat de geïntimeerde een filiaal in Nederland had en het geschil verband houdt met de exploitatie daarvan. Het hof vernietigt de eerdere vonnissen en verwijst de zaak terug naar de rechtbank Amsterdam voor verdere behandeling. De kosten van de procedure in hoger beroep worden tussen partijen verrekend, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.