ECLI:NL:GHAMS:2016:93
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van reisorganisatie voor beroving van reiziger tijdens transfer
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Amsterdam, stond de aansprakelijkheid van Thomas Cook Nederland B.V. centraal na een beroving van een reiziger tijdens een transfer. De zaak betreft een hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De appellante, Thomas Cook, betwistte de aansprakelijkheid op basis van de reisovereenkomst en de omstandigheden van de beroving. Het hof oordeelde dat Thomas Cook niet in beginsel aansprakelijk was op grond van artikel 7:507 BW, omdat de reiziger niet redelijkerwijs kon verwachten dat Thomas Cook meer zou doen dan zij feitelijk heeft gedaan om de beroving te voorkomen. Het hof heeft getuigen gehoord en de omstandigheden van de beroving beoordeeld, waaronder de verlichting op de parkeerplaats en de afstand van de bus tot het restaurant. Het hof concludeerde dat Thomas Cook al het redelijke had gedaan om de beroving te voorkomen en dat de vorderingen van de reiziger ten onrechte waren toegewezen. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en wees de vorderingen van de reiziger af, waarbij de reiziger werd veroordeeld in de proceskosten van Thomas Cook in beide instanties.