Bewijsmiddelen
1. Een proces-verbaal van aangifte van 4 november 2014, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [...] (dossierpagina 4 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 4 november 2015 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van
[J.D.]:
Op 4 november 2014 om 13:30 uur kwam ik in Academisch Medisch Centrum Amsterdam bij aangever: [J.D.] . Hij verklaarde het volgende.
“Ik was bij een kameraad van mij geweest, die woont op [adres] te Amsterdam op de tiende verdieping. De deur werd niet open gedaan. Hierop liep ik terug naar de lift. Ik drukte op het knopje van de lift. Vervolgens liep ik richting het raam en keek naar buiten terwijl ik op de lift stond te wachten. Ik zag in het raam de silhouet van een man die op ongeveer drie meter achter mij stond. Ik zag dat deze man in mijn richting keek. Ik draaide mij om. Ik had deze man nog nooit gezien. Ik deed een stap opzij en wilde om de man heen lopen in de richting van de lift.
Het signalement van deze persoon kan ik als volgt omschrijven:
- ongeveer 20 tot 30 jaar oud
- donkerkleurige trainingsbroek
- Vermoedelijk Surinaams/Antilliaan.
Ik zag dat de man een bierfles in zijn hand had. Ik zag dat de man naar het raam liep en het flesje bij het raam legde. Vervolgens kwam hij weer naar mij toe. Ik hoorde de man meerdere keren met zeer luide stem in gebrekkig Engels schreeuwen tegen mij: “Give me your money.” Ik schreeuwde tegen deze persoon in de Engelse taal terug: “I don’t have money”. Ik zag dat de afstand tussen mij en de man op dat moment ongeveer drie meter was. Ik zag dat de man mij met gefronste wenkbrauwen zeer strak aankeek. Ik zag een boze blik in zijn ogen. Op een gegeven moment zag ik in één oogopslag iets glimmends in de hand van de man, het leek op een lemmet. Dat glimmende voorwerp was in mijn belevening ongeveer tien centimeter groot. Ik weet zeker dat het een mes was. Plotseling voelde ik een pijnscheut aan de bovenzijde van mijn rechterhand. Toen ik
naar mijn rechterhand keek zag ik bloed en een snee op de bovenzijde van mijn rechterhand. Ik voelde ook een soort kriebel aan mijn kin, toen ik met mijn hand over mijn kin wreef zag ik bloed aan mijn handpalm. Ik zag dat er bloed op de grond viel afkomstig van mijn kin en mijn rechterhand.”
2. Een geschrift, zijnde een brief van [...] , traumachirurg van het Academisch Medisch Centrum van 16 januari 2015, inhoudende een beschrijving van het letsel van [J.D.] (ongenummerd). Deze brief houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Patiënt is betrokken geweest bij een steekpartij. Hij heeft een wondje opgelopen aan zijn kin en peesletsel in zijn rechterhand. Patiënt werd geopereerd, pezen werden gehecht en de wonden werden afgesloten.
3. Een proces-verbaal van bevindingen in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [...] (dossierpagina 25 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisant:
Op 4 november 2014 omstreeks 13.00 uur hoorde ik dat er een steekpartij had plaatsgevonden in de flat [adres] in Amsterdam. De dader zou voldoen aan het volgende signalement: negroïde man, rastaharen/vlechtjes, gekleed in trainingsbroek, onder invloed van alcohol. Ik ben naar flat [adres] gegaan en heb de beelden van de bewakingscamera’s in de lift in ontvangst genomen. Op het politiebureau heb ik de beelden bekeken en zag:
(dossierpagina 26 – foto van man in lift)
Ik omschrijf de man als volgt:
- Rastaharen in een soort vlecht
- Trainingsbroek Adidas, donkerblauw met gele strepen
- Donkere jas, Adidas, met capuchon
- Een zwart schoudertasje
- Een sigaret/joint in zijn mond.
(dossierpagina 27 – twee foto’s van man in lift)
4. De verklaring van de
verdachte, afgelegd ter terechtzitting in eerste aanleg op 10 juli 2015. Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Ik ben daar (het hof begrijpt: in de flat [adres] in Amsterdam) wel geweest. Ik ben de persoon op de foto’s.
5. Een proces-verbaal van bevindingen van sequentiële bewijs-fotoconfrontatie met één getuige van 3 december 2014, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [...] (ongenummerd). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisant:
Op 3 december 2014 heb ik naar aanleiding van een op 4 november 2014 gepleegde straatroof met zwaar letsel in Amsterdam een sequentiële fotoconfrontatie gehouden waarbij de getuige [J.D.] op een beeldscherm werd geconfronteerd met acht foto’s van personen waaronder de foto van de verdachte. Ik beschikte over een tweeluik kleurenfoto van de verdachte. Ik selecteerde zeven foto’s van figuranten die qua etnische afkomst, huidskleur, geslacht, leeftijd, gelaatstrekken, haarkleur en haardracht gelijkenis vertoonden met de foto van de verdachte. Met de foto van de verdachte en de foto’s van de figuranten maakte ik in willekeurige volgorde een sequentiële fotoselectie. Iedere foto was voorzien van een nummer, oplopend van 1 tot en met 8. De foto van de verdachte kwam op plaats 2.
6. Een proces-verbaal van bevindingen van tonen selectie bij sequentiële bewijs-fotoconfrontatie van 3 december 2014, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [...] (ongenummerd). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als mededeling van verbalisant:
Op 3 december 20014 omstreeks 14.00 uur confronteerde ik [J.D.] met een fotoselectie van acht personen. Ik toonde de foto’s van de personen sequentieel op een beeldscherm aan de getuige. De foto’s waren doorlopend van 1 tot en met 8. Terwijl de getuige naar de selectie keek, hoorde ik dat hij uit eigener beweging zei: “Het is de man op foto 2.”
1. Een proces-verbaal van aangifte van 4 november 2014, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [...] (dossierpagina 56 e.v.). Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 4 november 2015 tegenover verbalisant afgelegde verklaring van
[B.S.]:
Op 4 november 2014 omstreeks 13.15 uur was ik in de centrale hal van het station Weesperplein. Ik was op weg om de kaartenautomaten in de stationshal te controleren. Toen ik in de richting van de kaartenautomaten liep, kwam er een man naast mij lopen. Ik zei: “Goedemiddag”. Direct daarna voelde ik en hand tegen mijn oor komen. Ik voelde een branderige pijn op mijn oor, maar ook bij mijn slaap en bij mijn kaak. Door de klap verloor ik mijn evenwicht. Ik kon maar net blijven staan.
2. De verklaring van de
verdachte, afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 23 december 2015. Deze verklaring houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven:
Ik heb die mevrouw (het hof begrijpt: mevrouw [B.S.] ) geslagen.