ECLI:NL:GHAMS:2016:801
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- H.M.J. Quaedvlieg
- I.M.H. van Asperen de Boer-Delescen
- R.C.P. Haentjens
- Rechtspraak.nl
Terugwijzing naar de rechtbank wegens schending van verdedigingsrechten in strafzaak
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 28 januari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in Nigeria, was beschuldigd van het in bezit hebben van valse identiteitsdocumenten. De politierechter had de zaak op 19 december 2014 inhoudelijk behandeld, maar de verdediging was niet in de gelegenheid gesteld om zijn verdedigingsrechten uit te oefenen. De raadsman van de verdachte had op basis van informatie van de griffie van de rechtbank verondersteld dat de zaak was geseponeerd, waardoor noch hij noch de verdachte op de zitting aanwezig waren. Het hof oordeelde dat de politierechter niet had mogen toekomen aan de behandeling van de zaak, omdat de verdediging niet adequaat was geïnformeerd. Het hof vernietigde het vonnis van de politierechter en wees de zaak terug naar de rechtbank Noord-Holland voor een nieuwe behandeling, met inachtneming van de rechten van de verdediging zoals vastgelegd in artikel 6, derde lid, van het EVRM.