zij op of omstreeks 18 december 2009 te Rotterdam en/of Schiedam als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), daarmede rijdende over de weg, de rijksweg A20, zich zodanig heeft gedragen dat een aan haar schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden,
door met dat motorrijtuig (hoogst) roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onoplettend, onvoorzichtig, onachtzaamen/of met aanmerkelijke verwaarlozing van de te dezen geboden zorgvuldigheid te rijden op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, te weten de Rijksweg A20, althans de openbare weg,
welk roekeloos, onoplettend, onvoorzichtig, onachtzaam en/of onzorgvuldig rijgedrag hierin heeft bestaan dat zij, verdachte,
- terwijl zij verkeerde onder de invloed van alcohol (1,91 milligram, in elk geval meer dan 0,5 milligram, alcohol per milliliter bloed) en aldus verkeerde in een toestand als bedoeld in artikel 8, eerste althans tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994 en/of
- (mede) door gebruik van alcoholhoudende drank verkeerde in een (zodanige) toestand dat gevaar bestond voor het niet voortdurend onder controle hebben van een door haar bestuurd voertuig en/of het gevaar bestond dat zij als bestuurder niet voortdurend in staat was handelingen te verrichten die van haar werden vereist,
een voertuig is gaan besturen en blijven besturen en/of langere tijd, althans enige tijd op een rijbaan van die genoemde Rijksweg A20 die bestemd was voor het tegemoetkomende verkeer, is gaan rijden en blijven rijden en/of aldus tegen het verkeer/de rijrichting in is gaan en/of blijven rijden (zogenaamd spookrijden) en/of (aldaar) heeft gereden met een hoge/aanzienlijke snelheid en/of dusdoende (frontaal) is gebotst op/gereden tegen een haar, verdachte, tegemoetkomend voertuig,
waardoor een ander (genaamd [slachtoffer]) werd gedood, zulks terwijl zij, verdachte, verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, eerste of tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994;