Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.Het geding in hoger beroep
2.Feiten
Kweekruimte
3.Beoordeling
grief II(in principaal appel) stelt Rochdale dat een belangenafweging van artikel 254 Rv evenmin de afwijzing rechtvaardigt van haar vordering tot ontruiming van de huurwoning. Zij stelt daartoe dat zij een strikt anti-hennepbeleid voert en dat zij in toenemende mate met illegale hennepkwekerijen in haar woningen geconfronteerd wordt. Gezien de grote risico’s die illegale hennepteelt met zich meebrengt dient Rochdale daarop te kunnen ingrijpen. Het achterwege blijven van ontruiming in dit geval zou het anti-hennepbeleid van Rochdale ongeloofwaardig maken. In het onderhavige geval heeft Rochdale onmiddellijk actie ondernomen, zodra zij van de illegale hennepplantage in de huurwoning vernam. Haar huismeester was niet op de hoogte geweest van de hennepplantage en hij heeft helaas ook niet doorgedacht bij het plaatsen van het nieuwe slot op de huurwoning over wat de aanleiding daarvoor was. In het kader van de belangenafweging wijst Rochdale erop dat uit een rapportage van Liander blijkt dat, anders dan waarvan de kantonrechter is uitgegaan, door [geïntimeerde] illegaal elektriciteit is afgetapt. Voorts wijst Rochdale er in dat verband op dat, anders dan [geïntimeerde] heeft gesteld, geen sprake was van een hennepkwekerij met een omvang van 6 m2, maar dat de kwekerij een oppervlakte had van 18 m2 en dat voorts, anders dan de kantonrechter in aanmerking heeft genomen, blijkens de door de politie aangetroffen plantenresten, [geïntimeerde] meerdere keren heeft geoogst. Het hof ziet aanleiding om de twee grieven gezamenlijk te bespreken.
4.Beslissing
twee maandenna betekening van dit arrest met de daarin vanwege haar aanwezige zaken en personen te verlaten, met afgifte van de sleutels aan Rochdale en al hetgeen tot het gehuurde behoort ter vrije en algehele beschikking van Rochdale te stellen op straffe van een dwangsom van € 500,= voor elke dag of gedeelte daarvan dat [geïntimeerde] hiermee in gebreke blijft;