ECLI:NL:GHAMS:2016:639

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
23 februari 2016
Publicatiedatum
25 februari 2016
Zaaknummer
200.165.780/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Dekking van verzekering bij diefstal van motorfiets zonder ART-goedgekeurd slot

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellante] tegen de beslissing van de kantonrechter in Amsterdam, die op 28 november 2014 een vordering van [appellante] heeft afgewezen. [appellante] had een WA/casco verzekering afgesloten bij de EUROPEESCHE VERZEKERING MAATSCHAPPIJ N.V. (EVM) voor zijn motorfiets, maar de verzekering dekte alleen schade door diefstal als de motorfiets was afgesloten met een ART-goedgekeurd motorslot van klasse 4. Op 30 mei 2011 werd de motorfiets gestolen, maar op dat moment was deze niet beveiligd met een dergelijk slot. De kantonrechter oordeelde dat [appellante] geen verzekerbaar belang had, omdat de juridische eigendom en feitelijke macht over de motor ten tijde van de diefstal bij zijn dochter berustten.

In hoger beroep heeft [appellante] twee grieven ingediend, maar het hof oordeelt dat EVM gerechtigd was om dekking te weigeren. Het hof stelt vast dat de motor ten tijde van de diefstal alleen was beveiligd met een Kryptonite schijfremslot, dat niet voldeed aan de eisen van een ART-goedgekeurd slot. De verzekeringsovereenkomst en de bijbehorende voorwaarden waren duidelijk en het was aan [appellante] om zich te vergewissen van de dekkingsomvang. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en wijst de kosten van het geding in hoger beroep toe aan EVM.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.165.780/01
zaak-/rolnummer rechtbank Amsterdam : 3142190 CV EXPL 14-16518
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 23 februari 2016
inzake
[appellante],
wonende te [woonplaats] , [gemeente] ,
appellante,
advocaat: mr. P.J.A. van de Laar te Eindhoven,
tegen
EUROPEESCHE VERZEKERING MAATSCHAPPIJ N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
geïntimeerde,
advocaat: mr. E.J.A.A. van Dal te Arnhem.

1.Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna [appellante] en EVM genoemd.
[appellante] is bij dagvaarding van 20 februari 2015 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam (hierna: de kantonrechter), van 28 november 2014, onder bovenvermeld zaaknummer gewezen tussen [appellante] als eiser en EVM als gedaagde.
Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:
- memorie van grieven;
- memorie van antwoord, met een productie.
Vervolgens is arrest gevraagd.
[appellante] heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en - uitvoerbaar bij voorraad - alsnog EVM zal veroordelen om aan hem te betalen een bedrag van € 9.000,-, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van de inleidende dagvaarding, met veroordeling van EVM in de kosten van het geding in beide instanties.
EVM heeft geconcludeerd tot bekrachtiging van het bestreden vonnis, met - uitvoerbaar bij voorraad - veroordeling van [appellante] in de kosten van het geding in beide instanties.
Beide partijen hebben in hoger beroep bewijs van hun stellingen aangeboden.

2.Feiten

De kantonrechter heeft in het bestreden vonnis onder 2. de feiten vastgesteld die zij tot uitgangspunt heeft genomen. Deze feiten zijn in hoger beroep niet in geschil en dienen derhalve ook het hof als uitgangspunt. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist zijn komen vast te staan, komen de feiten neer op het volgende.
Bij overeenkomst van 14 april 2010 heeft [appellante] voor een motor Yamaha YZF-R6 met kenteken MV-DJ-19 (hierna: de motor) een WA/casco (allrisk) verzekering bij EVM afgesloten. In de op de verzekeringsovereenkomst van toepassing zijnde algemene polisvoorwaarden is vermeld (onder rubriek (Beperkt) casco, art 34 Dekking, 34.4: (..)
voor diefstal of poging daartoe buiten een afgesloten ruimte wordt alleen uitkering verleend als de motor, naast het door de fabrikant aangebrachte standaardslot, met een goedgekeurd ART-motorslot was afgesloten. Voorts is op het polisblad van toepassing verklaard clausule 11165, die luidt:
Uitgesloten is schade door verlies of diefstal van de motorfiets, indien deze ten tijde van de diefstal niet beveiligd was met een ART-goedgekeurd motorfietsslot, klasse 4. Op 30 mei 2011 heeft de dochter van [appellante] bij de politie aangifte gedaan van diefstal van de motor. Het kenteken van de motor stond van 10 april 2010 tot 21 juli 2010 op naam van de zoon van [appellante] en van 21 juli 2010 tot 30 mei 2011 op naam van de dochter van [appellante] . Ten tijde van de diefstal was de motor niet beveiligd met een ART-goedgekeurd motorfietsslot, klasse 4.

3.Beoordeling

3.1
In het bestreden vonnis heeft de kantonrechter de vordering van [appellante] afgewezen. De kantonrechter heeft daartoe, kort gezegd, geoordeeld dat [appellante] geen verzekerbaar belang had nu de juridische eigendom en de feitelijke macht over de motor ten tijde van de diefstal bij de dochter van [appellante] berustten en dat er om die reden op grond van artikel 7:946 BW en/of de verzekeringsovereenkomst op het moment van de diefstal geen dekking bestond. Tegen deze beslissing en de daaraan ten grondslag gelegde motivering komt [appellante] met twee grieven op.
3.2
Het hof is van oordeel dat ook indien de grieven terecht zijn voorgesteld EVM gerechtigd was om dekking te weigeren. Indien de grieven slagen komt door de devolutieve werking van het hoger beroep aan de orde het in eerste aanleg niet besproken verweer van EVM dat, nu de motor ten tijde van de diefstal niet was beveiligd met een ART-goedgekeurd motorfietsslot, klasse 4 gezien art. 34.4 jo. clausule 11165 van de toepasselijke polisvoorwaarden geen dekking voor schade door diefstal bestond.
3.3
Niet in geschil is dat de motor ten tijde van de diefstal slechts was voorzien van een Kryptonite schijfremslot. Dit was, zoals EVM onweersproken heeft aangevoerd, op het moment van de diefstal geen ART-goedgekeurd motorfietsslot (zeker geen, klasse 4.)
Uit art. 34.4, dat de dekking omschrijft, blijkt dat slechts dekking bestaat als de motor met een ART-goedgekeurd motorslot was afgesloten. Dat betekent, dat de verzekering geen dekking biedt. Ten overvloede is daarnaast clausule 11165 toepasselijk, die een specifieke dekkingsuitsluiting inhoudt.
Het betoog van [appellante] dat hij niet op de hoogte is van kwalificaties van sloten, niets weet van een ART goedkeuring en zich heeft verlaten op zijn verzekeringsagent moet worden verworpen. Op het aanvraagformulier van de verzekering is ingevuld dat de motor is beveiligd met een “ART 4-slot”. Op het voorblad van de op basis van dat formulier tot stand gekomen verzekeringspolis is vermeld “11165 – ART klasse 4”.
In zijn relatie tot de verzekeraar worden de kennis en de uitlatingen van de verzekeringsagent aan de verzekeringnemer toegerekend, nu de agent zijn hulppersoon is. Ook als dus juist is dat de agent het formulier heeft ingevuld, waarna [appellante] alleen heeft getekend, maakt dat geen verschil. Tussen hem en EVM is een verzekeringsovereenkomst gesloten als neergelegd in de polis en de voorwaarden. De dekkingsomschrijving is helder. Het is aan de verzekeraar om te beslissen tegen welke gevaren hij wenst te verzekeren; de omschrijving van de dekking vormt een kernbeding. Van een verzekeringnemer mag worden verwacht dat hij zich op de hoogte stelt van de dekkingsomvang.
EVM heeft overigens onweersproken toegelicht dat op internet eenvoudig kan worden nagegaan welke sloten voldoen aan de kwalificatie ART-goedgekeurd motorfietsslot, klasse 4. De, door EVM bestreden, stelling van [appellante] dat een Kryptonite schijfremslot in het verleden wel een ART-goedgekeurd motorfietsslot, klasse 4 was, maakt, indien al juist, het vorenstaande niet anders, nu niet in geschil is dat dit slot ten tijde van de diefstal niet (meer) aan die kwalificatie voldeed.
De slotsom is dat EVM wegens het ontbreken van een ART-goedgekeurd slot en daarmee van dekking uitkering onder de verzekering mocht weigeren.
3.4
De grieven behoeven geen verdere bespreking. Het vonnis waarvan beroep zal worden bekrachtigd. [appellante] zal als in het ongelijk gestelde partij worden verwezen in de kosten van het geding in hoger beroep.

4.Beslissing

Het hof:
bekrachtigt het vonnis waarvan beroep;
veroordeelt [appellante] in de kosten van het geding in hoger beroep, tot op heden aan de zijde van EVM begroot op € 711,- aan verschotten en € 632,- voor salaris;
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit arrest is gewezen door mrs. P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten, W.A.H. Melissen en L.R. van Harinxma thoe Slooten en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 23 februari 2016.