ECLI:NL:GHAMS:2016:5893

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
23 december 2016
Publicatiedatum
17 maart 2018
Zaaknummer
23-001598-16
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van bedreiging en andere strafbare feiten met betrekking tot ambtenaren en vernieling

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 23 december 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam. De verdachte was in eerste aanleg vrijgesproken van bedreiging, maar heeft in hoger beroep een onbeperkt beroep ingesteld, wat ook de vrijspraak betrof. Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte niet-ontvankelijk is in het hoger beroep voor zover dit gericht is tegen de vrijspraak. Het hof heeft de zaak onderzocht op basis van de zittingen van 13 december 2016 en eerdere zittingen. De verdachte is beschuldigd van meerdere feiten, waaronder bedreiging van politieambtenaren, belediging, vernieling en huisvredebreuk. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan bedreigingen en beledigingen, vooral jegens politieambtenaren, en heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 100 uren, subsidiair 50 dagen hechtenis. De verdachte heeft zich eerder schuldig gemaakt aan soortgelijke feiten, wat meegewogen is in de strafmaat. Daarnaast is er een vordering tot schadevergoeding van een benadeelde partij toegewezen. Het hof heeft de wettelijke voorschriften toegepast zoals deze golden ten tijde van de bewezenverklaring.

Uitspraak

parketnummer: 23-001598-16
datum uitspraak: 23 december 2016
TEGENSPRAAK
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 12 april 2016 in gevoegde strafzaken onder de parketnummers
13-701616-15 en 13-706650-15 en 13-706651-15 en 13-707090-14, alsmede 13-173554-14 (TUL),
13-661004-12 (TUL) en 13-702979-14 (TUL) tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1970,
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
thans uit anderen hoofde gedetineerd in Penitentiaire Inrichting Zaanstad te Westzaan.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

De verdachte is door rechtbank Amsterdam vrijgesproken van hetgeen aan hem in de zaak met parketnummer 13-706650-15 onder 5 is ten laste gelegd. Het hoger beroep is door de verdachte onbeperkt ingesteld en is derhalve mede gericht tegen de in eerste aanleg gegeven beslissing tot vrijspraak. Gelet op hetgeen is bepaald in artikel 404, vijfde lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor de verdachte tegen deze beslissing geen hoger beroep open. Het hof zal de verdachte mitsdien niet-ontvankelijk verklaren in het ingestelde hoger beroep, voor zover dat is gericht tegen de in het vonnis waarvan beroep gegeven vrijspraak.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
13 december 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.

Tenlasteleggingen

Aan de verdachte is ten laste gelegd, voor zover in hoger beroep aan de orde, dat:
Zaak met parketnummer 13-701616-15:
feit 1:hij op of omstreeks 05 april 2015 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend in de richting van voornoemde [slachtoffer 1] gewezen en/of (vervolgens/daarbij) voornoemde [slachtoffer 1] dreigend de woorden toegevoegd dat hij, verdachte, terug zou komen en een mes in het hoofd van voornoemde [slachtoffer 1] zou steken, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
feit 2:hij op of omstreeks 11 september 2014 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] (beiden dienstdoende als brigadier bij de nationale Politie, eenheid Amsterdam) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] dreigend de woorden toegevoegd :"Ik ben Is, ik verklaar jullie de oorlog. Ik snij jullie kop er af", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
feit 3:hij op of omstreeks 11 september 2014 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk beledigend (een) ambtena(a)r(en), te weten (de in uniform geklede) [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] (beiden dienstdoende als brigadier bij de Nationale politie, eenheid Amsterdam), gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, te weten met (fiets)surveillance belast, in diens/dier tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "Motherfuckers" en/of "Jullie zijn Joden" en/of "Bitch", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
feit 4:hij op of omstreeks 10 november 2014 te 17:30 uur, te Amsterdam, opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel of een vordering, krachtens artikel 2.7 lid 2 en/of 2.9A van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008, in elk geval krachtens enig wettelijk voorschrift gedaan door of namens de Burgemeester van Amsterdam (zijnde een ambtenaar met de uitoefening van enig toezicht belast) gegeven bevel, inhoudende -zakelijk weergeven- om zich uit overlastgebied 1 Centrum en ondergrondse metrostations, althans in een door de burgemeester aangewezen gebied, te verwijderen en zich daar gedurende 24 uur niet meer te bevinden;
feit 5:hij op of omstreeks 13 april 2015 te Amstelveen, in elk geval in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk een of meer ruit(en) van een pand (perceel [adres 1]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Regionaal Instituut Beschermde Woonvorm, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt door die ruit(en) in te gooien met een of meer bakste(e)n(en), in elk geval een hard voorwerp;
Zaak met parketnummer 13-707090-14:
feit 1:hij op of omstreeks 08 november 2014 te Amstelveen, in ieder geval in Nederland, [slachtoffer 4] en/of
[slachtoffer 5] (beide hoofdagent van Politie Eenheid Amsterdam) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] dreigend de woorden toegevoegd :"Ik ga je vermoorden, ik weet waar je woont, ik verklaar je de oorlog" en/of "Ik zweer het op mijn moeder, als ik jou op straat tegenkom dan ga ik jou schoppen", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
feit 2:hij op of omstreeks 08 november 2014 te Amstelveen, in elk geval in Nederland, opzettelijk beledigend (een) ambtena(a)r(en), te weten [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5], gedurende en/of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, als hoofdagent van Politie Eenheid Amsterdam, in uniform gekleed en met noodhulpdienst belast in diens/dier tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "Vuile flikker, ik vind jou een vuile flikker", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
Zaak met parketnummer 13-706650-15:
feit 1:hij op of omstreeks 28 december 2014 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk [slachtoffer 6] (werkzaam als tramconductrice bij het Gemeentelijk Vervoers Bedrijf Exploitatie Amsterdam), in haar tegenwoordigheid, mondeling, heeft beledigd, door haar de woorden toe te voegen: "Racist, kanker hoer wat je bent en/of kankerracist en/of teringracist", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
feit 2:hij op of omstreeks 28 december 2014 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk (een) ambtena(a)r(en), [slachtoffer 7] hoofdagent van Politie Eenheid Amsterdam en/of [slachtoffer 8] brigadier van Politie Eenheid Amsterdam, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, in zijn/haar/hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem/haar/hun de woorden toe te voegen: "Jullie zijn kankerracisten, stelletje kankerjoden en/of je bent een kankerhomo, je bent een kankerracist, kankerjood, kanker NSB-er, jullie zijn SS-ers", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
feit 3:hij op of omstreeks 25 januari 2015 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk een ambtenaar, [slachtoffer 3] (brigadier van Politie Eenheid Amsterdam), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem de woorden toe te voegen: "Je bent een Kanker Flikker je bent een homo en bent gewoon een NSB'er kom dan vechten ik ben toch sterker dan jou", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
feit 4:hij op of omstreeks 30 december 2015 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, opzettelijk [slachtoffer 9] en/of [slachtoffer 10], in zijn/haar/hun tegenwoordigheid, mondeling, heeft beledigd door hem/haar/hen de woorden toe te voegen: "Vieze neger" en/of "vieze verrader" en/of "kankerneger" en/of "Vieze homo, kankerflikker, vieze smeris dat jullie zijn. Jullie verklikken alles, jullie zijn echte flikkers", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
Zaak met parketnummer 13-706651-15:
feit 1:hij op of omstreeks 6 januari 2015 te Amstelveen, in elk geval in Nederland, in een besloten lokaal gelegen Graaf [adres 2] en in gebruik bij RIBW, Kennemerland en de Meerlanden, althans bij een ander of anderen dan bij verdachte wederrechtelijk is binnengedrongen, immers was hem, verdachte, met ingang van 03-11-2014 schriftelijk de toegang tot dat pand ontzegd voor de duur van drie maanden;
feit 2:hij op of omstreeks 6 januari 2015 te Amstelveen, in elk geval in Nederland, [slachtoffer 11] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 11] dreigend de woorden toegevoegd :"als ik vrij ben, zoek ik je op zonder uniform en sla je in elkaar, ik schiet een kankerkogel door je kop", en/of "als ik vrij kom, ga ik jullie zien, ik ga een oorlog starten", en/of "Als ik vrij kom sloop ik je, zonder uniform ben je niks, ik ga je in elkaar slaan als ik je prive op straat tegenkom, ik maak je dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
feit 3:hij op of omstreeks 06 januari 2015 te Amstelveen, in elk geval in Nederland, een ambtenaar, [slachtoffer 11], gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, in zijn/haar/hun tegenwoordigheid, mondeling opzettelijk heeft beledigd, door het volgende tegen hem/haar/hun te zeggen: Kankerlijer, NSB'er, ik neuk je moeder, je vader is Hitler en/of kankerlijers, kankerhomo's, kankerpolitie, jullie zijn Joods, jullie hebben een zielig kankerberoep, althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring en andere beslissingen ten aanzien van twee vorderingen tenuitvoerlegging komt dan de rechtbank.

Vrijspraak

Het hof is met de raadsman van oordeel dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het in de zaak met parketnummer 13-701616-15 onder 1 ten laste gelegde.
Op 5 april 2015 heeft [slachtoffer 1], werkzaam als filiaalmanager bij de Albert Heijn locatie [adres 3], aangifte van bedreiging gedaan. Aangever heeft verklaard dat hij samen met één van zijn medewerkers, [getuige], de verdachte had verzocht de winkel te verlaten. Vervolgens zou de verdachte, toen de verdachte buiten stond, naar aangever hebben geroepen dat hij terug zou komen en een mes in zijn hoofd zou steken. Verdachte zou daarbij in de richting van hem hebben gewezen. Ook getuige [getuige] heeft verklaard dat hij heeft gehoord dat de verdachte een mes in het hoofd van aangever zou gaan steken en dat de verdachte daarbij in de richting van aangever wees.
De verdachte heeft zowel bij de politie, als ter terechtzitting in eerste aanleg en vervolgens ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat hij niet tegen aangever heeft gezegd dat hij een mes in zijn hoofd zou gaan steken, maar dat hij zijn kop in zijn reet moest steken. De raadsman heeft betoogd dat de aangever en de getuige [getuige] de verdachte kennelijk verkeerd hebben verstaan nu zij binnen stonden, de verdachte buiten op een drukke straat stond en de deur tussen hen nagenoeg gesloten was.
Gezien de stellige ontkennende verklaring van de verdachte en het feit dat de verdachte gedurende het gehele strafproces bij deze verklaring is gebleven, terwijl hij de overige ten laste gelegde feiten heeft bekend, is - naar het oordeel van het hof - niet overtuigend bewezen hetgeen de verdachte in de zaak met parketnummer 13-701616-15 onder 1 is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer
13-701616-15 onder 2, 3, 4 en 5 en in de zaak met parketnummer 13-707090-14 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 13-706650-15 onder 1, 2, 3 en 4 en in de zaak met parketnummer 13-706651-15 onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
Zaak met parketnummer 13-701616-15:
feit 2:hij op 11 september 2014 te Amsterdam, [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] (beiden dienstdoende als brigadier bij de nationale Politie, eenheid Amsterdam) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] dreigend de woorden toegevoegd :"Ik ben IS, ik verklaar jullie de oorlog. Ik snij jullie kop er af";
feit 3:hij op 11 september 2014 te Amsterdam, opzettelijk beledigend ambtenaren, te weten de in uniform geklede [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] (beiden dienstdoende als brigadier bij de Nationale politie, eenheid Amsterdam), gedurende de rechtmatige uitoefening van hun bediening, te weten met (fiets)surveillance belast, in dier tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "Motherfuckers" en "Jullie zijn Joden" en "Bitch";
feit 4:hij op 10 november 2014 te 17:30 uur, te Amsterdam, opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel, krachtens enig wettelijk voorschrift gedaan door of namens de Burgemeester van Amsterdam, inhoudende -zakelijk weergeven- om zich uit overlastgebied 1 Centrum en ondergrondse metrostations, te verwijderen en zich daar gedurende 24 uur niet meer te bevinden;
feit 5:hij op 13 april 2015 te Amstelveen, opzettelijk en wederrechtelijk een ruit van een pand (perceel [adres 1]), toebehorende aan Regionaal Instituut Beschermde Woonvorm, heeft vernield door die ruit in te gooien met een baksteen;
Zaak met parketnummer 13-707090-14:
feit 1:hij op 08 november 2014 te Amstelveen, [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] (beide hoofdagent van Politie Eenheid Amsterdam) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] dreigend de woorden toegevoegd :"Ik ga je vermoorden, ik weet waar je woont, ik verklaar je de oorlog";
feit 2:hij op 08 november 2014 te Amstelveen, opzettelijk beledigend een ambtenaar, te weten [slachtoffer 4], gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, als hoofdagent van Politie Eenheid Amsterdam, in uniform gekleed en met noodhulpdienst belast in diens tegenwoordigheid mondeling heeft toegevoegd de woorden "Vuile flikker, ik vind jou een vuile flikker";
Zaak met parketnummer 13-706650-15:
feit 1:hij op 28 december 2014 te Amsterdam, opzettelijk [slachtoffer 6], werkzaam als tramconductrice bij het Gemeentelijk Vervoers Bedrijf Exploitatie Amsterdam, in haar tegenwoordigheid, mondeling, heeft beledigd, door haar de woorden toe te voegen: "Racist, kanker hoer wat je bent en kankerracist en teringracist";
feit 2:hij op 28 december 2014 te Amsterdam, opzettelijk ambtenaren [slachtoffer 7], hoofdagent van Politie Eenheid Amsterdam, en [slachtoffer 8], brigadier van Politie Eenheid Amsterdam, gedurende de rechtmatige uitoefening van hun bediening, in hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hun de woorden toe te voegen: "Jullie zijn kankerracisten, stelletje kankerjoden en “je bent een kankerhomo, je bent een kankerracist, kankerjood, kanker NSB-er, jullie zijn SS-ers";
feit 3:hij op 25 januari 2015 te Amsterdam, opzettelijk een ambtenaar, [slachtoffer 3] (brigadier van Politie Eenheid Amsterdam), gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem de woorden toe te voegen: "Je bent een Kanker Flikker je bent een homo en bent gewoon een NSB'er";
feit 4:hij op 30 december 2015 te Amsterdam, opzettelijk [slachtoffer 10], in zijn tegenwoordigheid, mondeling, heeft beledigd door hem de woorden toe te voegen: "Vieze neger" en "vieze verrader" en "kankerneger";
Zaak met parketnummer 13-706651-15:
feit 1:hij op 6 januari 2015 te Amstelveen, in een besloten lokaal gelegen aan de Graaf [adres 2] en in gebruik bij RIBW, wederrechtelijk is binnengedrongen, immers was hem, verdachte, met ingang van 03-11-2014 schriftelijk de toegang tot dat pand ontzegd voor de duur van drie maanden;
feit 2:hij op 6 januari 2015 te Amstelveen, [slachtoffer 11] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft verdachte opzettelijk voornoemde [slachtoffer 11] dreigend de woorden toegevoegd :"als ik vrij ben, zoek ik je op zonder uniform en sla je in elkaar, ik schiet een kankerkogel door je kop", en "Als ik vrij kom sloop ik je, zonder uniform ben je niks, ik ga je in elkaar slaan als ik je privé op straat tegenkom, ik maak je dood";
feit 3:hij op 06 januari 2015 te Amstelveen, een ambtenaar, [slachtoffer 11], gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, in zijn tegenwoordigheid, mondeling opzettelijk heeft beledigd, door het volgende tegen hem te zeggen: Kankerlijer, NSB'er, ik neuk je moeder, je vader is Hitler en “kankerlijers, kankerhomo's, kankerpolitie, jullie zijn Joods, jullie hebben een zielig kankerberoep”.
Hetgeen in de zaak met parketnummer 13-701616-15 onder 2, 3, 4 en 5 en in de zaak met parketnummer 13-707090-14 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 13-706650-15 onder 1, 2, 3 en 4 en in de zaak met parketnummer 13-706651-15 onder 1, 2 en 3 meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het in de zaak met parketnummer 13-701616-15 onder 2, 3, 4 en 5 en in de zaak met parketnummer 13-707090-14 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 13-706650-15 onder 1, 2, 3 en 4 en in de zaak met parketnummer 13-706651-15 onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het in de zaak met parketnummer 13-701616-15 onder 2 en in de zaak met parketnummer 13-707090-14 onder 1 en in de zaak met parketnummer 13-706651-15 onder 2 bewezen verklaarde levert op:
telkens, bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Het in de zaak met parketnummer 13-701616-15 onder 3 en in de zaak met parketnummer 13-707090-14 onder 2 en in de zaak met parketnummer 13-706650-15 onder 1, 2 en 3 en in de zaak met parketnummer 13-706651-15 onder 3 bewezen verklaarde levert op:
telkens, eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.
Het in de zaak met parketnummer 13-701616-15 onder 4 bewezen verklaarde levert op:
opzettelijk niet voldoen aan een bevel, krachtens wettelijk voorschrift gedaan door een ambtenaar met de uitoefening van enig toezicht belast.
Het in de zaak met parketnummer 13-701616-15 onder 5 bewezen verklaarde levert op:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen.
Het in de zaak met parketnummer 13-706650-15 onder 4 bewezen verklaarde levert op:
eenvoudige belediging.
Het in de zaak met parketnummer 13-706651-15 onder 1 bewezen verklaarde levert op:
in een besloten lokaal bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringen.

Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte ten aanzien van het in de zaak met parketnummer 13-701616-15 onder 2, 3, 4 en 5 en in de zaak met parketnummer
13-707090-14 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 13-706650-15 onder 1, 2, 3 en 4 en in de zaak met parketnummer 13-706651-15 onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde uitsluit, zodat de verdachte strafbaar is.

Oplegging van straf

De rechtbank Amsterdam heeft de verdachte voor het in eerste aanleg in de zaak met parketnummer
13-701616-15 onder 1, 2, 3, 4 en 5, in de zaak met parketnummer 13-706650-15 onder 1, 2, 3 en 4, in de zaak met parketnummer 13-706651-15 onder 1, 2 en 3 en in de zaak met parketnummer 13-707090-14 onder 1 en 2 bewezen verklaarde veroordeeld tot een taakstraf van 100 uren subsidiair 50 dagen hechtenis met aftrek van het voorarrest.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan meerdere bedreigingen en beledigingen - vooral jegens (politie)ambtenaren in functie -, een vernieling, huisvredebreuk en het niet voldoen aan een ambtelijk bevel. De dreigementen zijn door de slachtoffers als zeer beangstigend ervaren en hebben gevoelens van onveiligheid veroorzaakt. De beledigingen die de verdachte heeft geuit zijn van ernstige aard en zeer kwetsend. Daarbij komt dat de uitlatingen van de verdachte veelal in het openbaar zijn gedaan, waardoor ook andere mensen dan de directe slachtoffers zich onveilig en gekrenkt kunnen voelen. Dit getuigt van onbeheerst gedrag en een gebrek aan respect voor het openbaar gezag. Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 21 november 2016 is hij eerder voor soortgelijke feiten onherroepelijk veroordeeld. Dat heeft hem er kennelijk niet van weerhouden de onderhavige feiten te plegen. Het hof rekent dit de verdachte aan. Hoewel het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de advocaat-generaal ziet het hof geen aanleiding af te wijken van de gevorderde taakstraf.
Het hof acht, alles afwegende, een taakstraf van na te melden duur passend en geboden.

Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 6]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 100,-. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen.
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering moet worden toegewezen.
De verdachte heeft de vordering niet betwist.
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het in de zaak met parketnummer 13-706650-15 onder 1 bewezen verklaarde handelen van de verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. De verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden zodat de vordering zal worden toegewezen.
Om te bevorderen dat de schade door de verdachte wordt vergoed, zal het hof de maatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht opleggen op de hierna te noemen wijze.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 22c, 22d, 36f, 57, 63, 138, 184, 266, 267, 285 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze wettelijke voorschriften worden toegepast zoals geldend ten tijde van het bewezen verklaarde.

Vorderingen tot tenuitvoerlegging

Zaak met parketnummer 13-173554-14
Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de Politierechter te Amsterdam van 18 november 2014 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 weken voorwaardelijk met een proeftijd 2 jaren. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Daarom kan de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijk opgelegde straf worden gelast. Op grond van hetgeen omtrent de persoonlijke omstandigheden van de veroordeelde ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken, zal het hof in plaats van een last tot tenuitvoerlegging van deze vrijheidsstraf een taakstraf in de vorm van een werkstraf van na te melden duur gelasten.
Zaak met parketnummer 13-661004-12
Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de Politierechter te Amsterdam van 14 december 2012 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden met aftrek waarvan 1 maand voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Daarom kan de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijk opgelegde straf worden gelast. Op grond van hetgeen omtrent de persoonlijke omstandigheden van de veroordeelde ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken, zal het hof in plaats van een last tot tenuitvoerlegging van deze vrijheidsstraf een taakstraf in de vorm van een werkstraf van na te melden duur gelasten.
Zaak met parketnummer 13-702979-14
Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de Politierechter te Amsterdam van 21 oktober 2014 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 4 weken waarvan 2 weken voorwaardelijk met aftrek proeftijd 2 jaar. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Daarom kan de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijk opgelegde straf worden gelast. Op grond van hetgeen omtrent de persoonlijke omstandigheden van de veroordeelde ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken, zal het hof in plaats van een last tot tenuitvoerlegging van deze vrijheidsstraf een taakstraf in de vorm van een werkstraf van na te melden duur gelasten.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het in de zaak met parketnummer 13-706650-15 onder 5 ten laste gelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 13-701616-15 onder 1 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer
13-701616-15 onder 2, 3, 4 en 5 en in de zaak met parketnummer 13-707090-14 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 13-706650-15 onder 1, 2, 3 en 4 en in de zaak met parketnummer 13-706651-15 onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 13-701616-15 onder 2, 3, 4 en 5 en in de zaak met parketnummer 13-707090-14 onder 1 en 2 en in de zaak met parketnummer 13-706650-15 onder 1, 2, 3 en 4 en in de zaak met parketnummer 13-706651-15 onder 1, 2 en 3 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
taakstrafvoor de duur van
100 (honderd) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
50 (vijftig) dagen hechtenis.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 6]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [slachtoffer 6] ter zake van het in de zaak met parketnummer 13-706650-15 onder 1 bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 100,00 (honderd euro) ter zake van immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Bepaalt dat voormeld toegewezen bedrag aan immateriële schadevergoeding vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 28 december 2014 tot aan de dag der algehele voldoening.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd
[slachtoffer 6], ter zake van het in de zaak met parketnummer 13-706650-15 onder 1 bewezen verklaarde een bedrag te betalen van
€ 100,00 (honderd euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
2 (twee) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Bepaalt dat voormelde betalingsverplichting ter zake van de immateriële schade vermeerderd wordt met de wettelijke rente vanaf 28 december 2014 tot aan de dag der algehele voldoening.
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 18 november 2014, parketnummer 13-173554-14, te weten van Gevangenisstraf voor de duur van 2 weken voorwaardelijk met een proeftijd 2 jaren, te vervangen door:
taakstrafvoor de duur van
28 (achtentwintig) uren, bij gebreke van het naar behoren verrichten te vervangen door
14 (veertien) dagen hechtenis.
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 14 december 2012, parketnummer 13-661004-12, te weten van Gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden met aftrek waarvan 1 maand voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar, te vervangen door:
taakstrafvoor de duur van
60 (zestig) uren, bij gebreke van het naar behoren verrichten te vervangen door
30 (dertig) dagen hechtenis.
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 21 oktober 2014, parketnummer 13-702979-14, te weten van Gevangenisstraf voor de duur van 4 weken waarvan 2 weken voorwaardelijk met aftrek proeftijd 2 jaar, te vervangen door:
taakstrafvoor de duur van
28 (achtentwintig) uren, bij gebreke van het naar behoren verrichten te vervangen door
14 (veertien) dagen hechtenis.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. I.M.H. van Asperen de Boer-Delescen, mr. M.L.M. van der Voet en mr. C.P.M. Cleiren, in tegenwoordigheid van mr. G.G. Gielen en mr. M.M.C. Glismeijer, griffiers, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 23 december 2016.
Mrs. I.M.H. van Asperen de Boer-Delescen en C.P.M. Cleiren zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.