In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 23 december 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1974, werd beschuldigd van winkeldiefstal in vereniging met een ander. De tenlastelegging betrof het wegnemen van schroevendraaiers, wandcontactdozen en deurklinken uit een winkel aan de Sijsjesbergweg in Amsterdam op 20 maart 2016. De raadsman voerde aan dat er geen sprake was van medeplegen en dat de goederen niet uit de winkel afkomstig waren, maar het hof verwierp deze verweren. Het hof oordeelde dat er sprake was van een vooropgezet plan, waarbij de verdachte en haar medeverdachte samen de winkel binnenkwamen en goederen wegnamen. Camerabeelden toonden aan dat de verdachte een geprepareerde tas bij zich had en dat de goederen kort na hun bezoek aan de winkel in de auto van de medeverdachte werden aangetroffen. Het hof achtte de verklaringen van de verdachte ongeloofwaardig en concludeerde dat zij in bewuste en nauwe samenwerking met haar medeverdachte had gehandeld. Het vonnis van de politierechter werd vernietigd en de verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie weken, met aftrek van het voorarrest.