ECLI:NL:GHAMS:2016:5845

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
24 juni 2016
Publicatiedatum
9 juni 2017
Zaaknummer
23-000315-15
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis schuldheling met vernietiging van de beslissing op de vordering van de benadeelde partij

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 24 juni 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 23 januari 2015. De verdachte, geboren in 1980, was aangeklaagd voor schuldheling. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep bevestigd, met uitzondering van de beslissing op de vordering van de benadeelde partij. De benadeelde partij had een schadevergoeding van € 1.327,89 gevorderd, waarvan in eerste aanleg € 612,49 was toegewezen. In hoger beroep heeft de benadeelde partij zich echter niet opnieuw gevoegd, waardoor het hof alleen kon oordelen over de toegewezen schadevergoeding uit de eerste aanleg. Het hof oordeelde dat onvoldoende was aangetoond dat de schade rechtstreeks door het bewezen verklaarde handelen van de verdachte was veroorzaakt, en verklaarde de benadeelde partij in de vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk. Het hof heeft tevens bepaald dat de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht op de opgelegde taakstraf, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag. Het arrest is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier J. Dommershuijzen.

Uitspraak

parketnummer: 23-000315-15
datum uitspraak: 24 juni 2016
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 23 januari 2015 in de strafzaak onder parketnummer 13-113305-14 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1980,
adres: [adres] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 10 juni 2016 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman naar voren is gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen behalve ten aanzien van de beslissing op de vordering van de benadeelde partij. In zoverre zal het vonnis worden vernietigd. Bovendien zal worden bepaald dat bij de tenuitvoerlegging van de taakstraf het voorarrest in aftrek zal worden gebracht, zoals hierna te vermelden.

Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]

De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 1.327,89. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van € 612,49. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep niet opnieuw gevoegd. Het hof heeft in hoger beroep te oordelen over de gevorderde schadevergoeding voor zover deze in eerste aanleg is toegewezen.
Onvoldoende is gebleken dat de gestelde schade rechtstreeks door het onder 2 subsidiair bewezen verklaarde handelen van de verdachte is veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in de vordering niet worden ontvangen en deze slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de beslissing op de vordering benadeelde partij en doet in zoverre opnieuw recht.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering zal worden gebracht, volgens de maatstaf van twee uren taakstraf per in voorarrest doorgebrachte dag, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde] in de vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.P.M. van Rijn, mr. N.A. Schimmel en mr. P.C. Römer, in tegenwoordigheid van
J. Dommershuijzen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
24 juni 2016.