In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 9 februari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter Amsterdam van 24 juli 2014. De verdachte, geboren in 1993, werd beschuldigd van meerdere verkeersdelicten, waaronder het negeren van een stopteken, het rijden met een te hoge snelheid en het negeren van een rood verkeerslicht. De feiten vonden plaats op 12 april 2013 te Amsterdam, waar de verdachte als bestuurder van een motorfiets betrokken was bij gevaarlijk rijgedrag. Het hof heeft de zaak behandeld op de terechtzitting van 26 januari 2016, waarbij zowel de vordering van de advocaat-generaal als de verdediging van de raadsman aan bod kwamen.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het negeren van verkeersregels, wat gevaar voor andere weggebruikers heeft opgeleverd. De kantonrechter had de verdachte eerder veroordeeld tot een geldboete van € 500,00 en een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor zes maanden. In hoger beroep heeft het hof deze straffen bevestigd, maar heeft het ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn positieve veranderingen in leven en studie.
Het hof heeft de verdachte uiteindelijk veroordeeld tot een geldboete van € 500,00, subsidiair tien dagen hechtenis, en een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van zes maanden met een proeftijd van twee jaar. De beslissing is genomen op basis van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de eerdere veroordelingen van de verdachte. Het hof heeft de wettelijke voorschriften toegepast zoals deze golden ten tijde van het bewezen verklaarde.