In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [X] tegen de toewijzing van zijn eigen aangifte tot faillietverklaring door de rechtbank Noord-Holland. De rechtbank had op 19 juli 2016 de eigen aangifte van [X] toegewezen, waarbij mr. M. Wouters als rechter-commissaris en mr. A.C.J. Hanrath als curator waren aangesteld. [X] heeft op 27 juli 2016 hoger beroep ingesteld, waarbij hij werd bijgestaan door zijn advocaat mr. J.J.C. Engels. Tijdens de zitting op 6 september 2016 heeft [X] zijn standpunt toegelicht, waarbij de ontvankelijkheid van het beroep centraal stond. Het hof heeft vastgesteld dat [X] in zijn hoger beroep niet-ontvankelijk is, omdat hij geen verzoek tot schuldsanering heeft ingediend, wat wel vereist was om in hoger beroep te kunnen komen tegen de toewijzing van zijn faillietverklaring. Het hof heeft geconcludeerd dat de rechtbank geen beslissing heeft genomen op een verzoek tot schuldsanering, en dat de enkele bevestigende beantwoording van de vraag op het formulier niet kan worden gelijkgesteld met een daadwerkelijk verzoek. Het hof heeft uiteindelijk beslist dat [X] niet-ontvankelijk is in zijn hoger beroep, en dat deze beslissing openbaar is uitgesproken op 13 september 2016.